Ceremonial shield in the shape of a totem animal, probaely a cassowary

In de Asmat cultuur symboliseerde houtsnijwerk de communicatie tussen levenden en doden en tussen de mens en de geestenwereld. In principe was ieder persoon een houtbewerker, maar alleen meesters (wowipitsj, “houtbewerker man”, genoemd) maakten speciale objecten als schilden en beelden. Ceremonies waren erop gespitst om de geesten van de doden tevreden te stellen. Het houtsnijwerk voor deze gelegenheden werd vaak versierd met afbeeldingen van voorouders en symbolen van het koppensnellen. Schilden hadden vooral de praktische functie van het beschermen tijdens het gevecht. Niet alleen het hout beschermde de krijger, maar ook de symbolen waarmee het schild versierd was. Het hebben van een schild was vele malen belangrijker dan het hebben van een speer. Elk schild werd vernoemd naar een overleden voorouder. De kracht van deze voorouder werd via het schild toegevoegd aan de kracht van de krijger, waardoor deze sterker werd in het gevecht. Behalve dat schilden de vijand konden verjagen, werden ze ook gebruikt in het dagelijkse leven om kwade geesten mee te verjagen.<BR> <BR> Dansattribuut in de vorm van een kasuaris. Het trapeziumvormige handvat maakt het mogelijk de figuur met de hand (of beide handen) te houden. Volgens de verzamelaar Groenevelt worden dergelijke dansschilden uitsluitend vervaardigd aan de bovenloop van de Betsj- of As-rivier. Volgens Gerbrands (1967:274) is er geen duidelijke informatie over de functie voorhanden. Mogelijk houdt de figuur indirect verband met de Kamoro-hoofdopzetten die eveneens veelal in de vorm van een jaarvogel zijn gesculpteerd.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> De kasuarisfiguur is gemaakt van een zachte houtsoort. De zwarte kop is voorzien van een roodgekleurd oog, de hals is zwart en de lel is roodgekleurd. Het deels witgekleurde lichaam is uitgelengd waarop in rood een S-vormige versiering is aangebracht.

Ceremonial shield in the shape of a totem animal, probaely a cassowary

In de Asmat cultuur symboliseerde houtsnijwerk de communicatie tussen levenden en doden en tussen de mens en de geestenwereld. In principe was ieder persoon een houtbewerker, maar alleen meesters (wowipitsj, “houtbewerker man”, genoemd) maakten speciale objecten als schilden en beelden. Ceremonies waren erop gespitst om de geesten van de doden tevreden te stellen. Het houtsnijwerk voor deze gelegenheden werd vaak versierd met afbeeldingen van voorouders en symbolen van het koppensnellen. Schilden hadden vooral de praktische functie van het beschermen tijdens het gevecht. Niet alleen het hout beschermde de krijger, maar ook de symbolen waarmee het schild versierd was. Het hebben van een schild was vele malen belangrijker dan het hebben van een speer. Elk schild werd vernoemd naar een overleden voorouder. De kracht van deze voorouder werd via het schild toegevoegd aan de kracht van de krijger, waardoor deze sterker werd in het gevecht. Behalve dat schilden de vijand konden verjagen, werden ze ook gebruikt in het dagelijkse leven om kwade geesten mee te verjagen.<BR> <BR> Dansattribuut in de vorm van een kasuaris. Het trapeziumvormige handvat maakt het mogelijk de figuur met de hand (of beide handen) te houden. Volgens de verzamelaar Groenevelt worden dergelijke dansschilden uitsluitend vervaardigd aan de bovenloop van de Betsj- of As-rivier. Volgens Gerbrands (1967:274) is er geen duidelijke informatie over de functie voorhanden. Mogelijk houdt de figuur indirect verband met de Kamoro-hoofdopzetten die eveneens veelal in de vorm van een jaarvogel zijn gesculpteerd.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> De kasuarisfiguur is gemaakt van een zachte houtsoort. De zwarte kop is voorzien van een roodgekleurd oog, de hals is zwart en de lel is roodgekleurd. Het deels witgekleurde lichaam is uitgelengd waarop in rood een S-vormige versiering is aangebracht.