Tenate gevlochten van riet. Het vlechten is bij de bodem begonnen, waar het begin een vierkant met vier op de hoeken naar binnen gerichte punten vormt. Hiervandaan is de mand in cirkels opgebouwd, het vlechten is op zijwaartse wijze gedaan, en de rand is iets dikker gemaakt. Door de bodem van de tenate zijn twee paarse touwen gehaald en deze lopen via de zijkant van de tenate (waar ze in gevlochten zijn) naar de rand, van waaruit ze loshangen. Aan één kant lopen de twee touwen 1 cm naast elkaar naar de rand, waar ze om de rand zijn geknoopt en van daaruit los hangen in twee lange uiteinden. De andere kant van de twee touwen worden vanuit de bodem gesplitst en beide lopen individueel langs de zijkant naar de rand toe, waar ze eveneens om de rand zijn geknoopt en van daaruit los verder gaan. Deze twee losse korte uiteinden zijn aan een van riet gevlochten band vastgeknoopt. De losse touwen aan de ene kant en de rieten band aan de andere kant worden gebruikt om de tenate mee te dragen, op de rug of aan het hoofd (met de rieten band op het voorhoofd). Deze tenates worden gebruikt om producten in te dragen, ze kunnen bijvoorbeeld bij het boodschappen doen mee worden gedragen om de gekochte producten in te doen. De tenates worden door vrouwen gevlochten en ze worden in het Mixteeks ndóo genoemd.