Ceintuur

Ceintuur geweven van 6-dradig fijn katoen. De ceintuur is op zeer fijne wijze geweven in de kleuren groen, wit, rood en blauw. Aan de rand van de ceintuur zijn drie banden geweven, van buiten af eerst rood, dan blauw en dan een smallere band blauw. Binnen deze twee banden zijn op één zijde van de ceintuur patronen in wit en rood geweven en deze zijn min of meer herhalend. Zes maal is een dier afgebeeld, dit is een hoefdier met een gewei en zal dus een hertensoort zijn. Het dier is zowel naar links als rechts gericht en dit lijkt willekeurig te zijn gekozen, er is geen patroon te herkennen. Tussen deze herten zijn symbolen geweven. Van onderaf eerst een roderuitvorm met daaraan twee rode driehoeken met de punt naar de ruit toe gericht, dit symbool is in de lengte van de ceintuur afgebeeld. Vervolgens eenzelfde ruitvorm, maar ditmaal met twee gelijnde puntvormen (open driehoeken zonder bodemlijn) aan de punten gekoppeld. Hierna worden deze twee symbolen herhaald. Direct na de herhaling, zonder dat daar eerst weer een hert tussen zit, volgt dan stervormig patroon gevormd van vier rode driehoeken. In het midden van deze stervorm is een kleine rode ruitvorm weergegeven. Het laatste symbool is opnieuw een herhaling van de ruit met de puntvormen. De andere zijde van de ceintuur vertoont wel de rode, groene en blauwe band, maar is hier binnen alleen rood wit gestreept. Het ene uiteinde van de ceintuur is recht afgeknoopt, de andere zijde eindigt op een stuk van ca. 10 cm losse draden. Deze ceintuurs worden op dagelijkse basis gebruikt door vrouwen als onderdeel van de kledingdracht. Vooral zwangere vrouwen gebruiken de ceintuur in combinatie met de zgn. soyate ter ondersteuning van de rug.

Ceintuur

Ceintuur geweven van 6-dradig fijn katoen. De ceintuur is op zeer fijne wijze geweven in de kleuren groen, wit, rood en blauw. Aan de rand van de ceintuur zijn drie banden geweven, van buiten af eerst rood, dan blauw en dan een smallere band blauw. Binnen deze twee banden zijn op één zijde van de ceintuur patronen in wit en rood geweven en deze zijn min of meer herhalend. Zes maal is een dier afgebeeld, dit is een hoefdier met een gewei en zal dus een hertensoort zijn. Het dier is zowel naar links als rechts gericht en dit lijkt willekeurig te zijn gekozen, er is geen patroon te herkennen. Tussen deze herten zijn symbolen geweven. Van onderaf eerst een roderuitvorm met daaraan twee rode driehoeken met de punt naar de ruit toe gericht, dit symbool is in de lengte van de ceintuur afgebeeld. Vervolgens eenzelfde ruitvorm, maar ditmaal met twee gelijnde puntvormen (open driehoeken zonder bodemlijn) aan de punten gekoppeld. Hierna worden deze twee symbolen herhaald. Direct na de herhaling, zonder dat daar eerst weer een hert tussen zit, volgt dan stervormig patroon gevormd van vier rode driehoeken. In het midden van deze stervorm is een kleine rode ruitvorm weergegeven. Het laatste symbool is opnieuw een herhaling van de ruit met de puntvormen. De andere zijde van de ceintuur vertoont wel de rode, groene en blauwe band, maar is hier binnen alleen rood wit gestreept. Het ene uiteinde van de ceintuur is recht afgeknoopt, de andere zijde eindigt op een stuk van ca. 10 cm losse draden. Deze ceintuurs worden op dagelijkse basis gebruikt door vrouwen als onderdeel van de kledingdracht. Vooral zwangere vrouwen gebruiken de ceintuur in combinatie met de zgn. soyate ter ondersteuning van de rug.