Ophanghaak met een vrouwenfiguur, staande op een haak in de vorm van een meervalkop

Deze ophanghaak hoort bij de zogenoemde figuurhaken, zoals de meeste ophanghaken uit het Midden-Sepikgebied. Dit zijn meestal symmetrische centrale figuren die op een sikkel- of halvemaanvormige haak staan. De centrale figuren stellen mensen of dieren voor. Ophanghaken met voorstellingen van menselijke figuren komen veruit het meest voor. De sikkelvormige haak heeft vaak ook een voorstelling, die aan dieren is ontleed. Bij deze haak staat de figuur op een gestileerde kop van een meerval. De eigenlijke haken worden door de tot stekels geworden kieuwen van die vis gevormd. De centrale deel van de ophanghaak stelt zeer waarschijnlijk een vrouwelijke figuur voor. De vormgeving van de onderbuik en het geslachtsdeel wijst hierop (vergl. Kelm 1966, deel I; afb. 10 & 11).<BR> <BR> Haken om goederen aan op te hangen, waren in het hele Melanesische gebied verbreid. Aan zulke haken werd voornamelijk voedsel in netten of bakken aan opgehangen, om het tegen water en ongedierte te beschermen. Onderzoekers vermelden verder, dat ook andere voorwerpen zoals wapens, muziekinstrumenten en menselijke schedels van voorvaderen of van slachtoffers van koppensnellen aan de haken werden opgehangen (Stöhr 1971, 90). De ophanghaken waren doormiddel van touwen aan de dakconstructie vastgemaakt en hadden soms een ronde houten schijf, die boven de figuur is vastgemaakt ter bescherming tegen ratten (zie TM inv.nr 2670-50a/b). De meest versierde haken worden door de onderzoekers eerder als esthetische objecten beschouwd, dan als gebruiksvoorwerpen (Wirz 1954, 15-16). Stöhr merkt op die meest versierde haken waarschijnlijk in de mannenhuizen hingen, die in elk dorp van het gebied stonden en die in het leven van de mannen een belangrijke plaats innamen. Vanwege de esthetische functie van de haken, stelt hij voor om ze als 'hangbeelden' aan te duiden (Stöhr 1971, 94). <BR> <BR> De vorm van de haak, alsmede de mens- en diervoorstellingen, hebben tot diverse interpretaties geleid. Lang is geopperd dat de figuren voorouders waren of een andere sacrale functie hadden. Al deze theorieën laten zich echter nauwelijks door bronnen onderbouwen (Schefold 1966, 36-41). Zeker is dat de voorgestelde wezens in de mythologie van het Sepikgebied een belangrijke plaats innemen. Schefold wijst erop dat het hierbij niet alleen om algemeen geldende motieven uit de mythologie gaat, maar vaak ook om lokale versies ervan die door de in de groepsgenealogie sterk zijn veranderd (Schefold 1966, 41). Dit impliceert dat er ook voorvaderen voor worden gesteld. Welke voorvaderen dit zijn, is vanwege de lokale gebondenheid van de ophanghaak slechts vast te stellen als bekend is van welke etnische groep het voorwerp afkomstig is.<BR> <BR> Intussen zijn de onderzoekers het erover eens, dat de ophanghaken profane objecten zijn met voorstellingen uit de sacrale wereld van de mythologie en de voorvaderen. Ondanks de sacrale voorstellingen, blijft de profane functie bestaan. (Schefold 1966, 42-43).<BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Het houtsnijwerk is met een stenen bijl vervaardigd. Het fijne werk werd met bijgeslepen dierlijke tanden en/of kasuarisklauwen verricht. Met de dorens van het rotan werd het kraswerk verricht. De kleuren geel, bruin en rood zijn meestal door kleurige aarde verkregen. Wit is ongebluste kalk, zwart van houtskool of mangaanhoudende aarde (Kelm deel I, 1966, 23-24).

Ophanghaak met een vrouwenfiguur, staande op een haak in de vorm van een meervalkop

Deze ophanghaak hoort bij de zogenoemde figuurhaken, zoals de meeste ophanghaken uit het Midden-Sepikgebied. Dit zijn meestal symmetrische centrale figuren die op een sikkel- of halvemaanvormige haak staan. De centrale figuren stellen mensen of dieren voor. Ophanghaken met voorstellingen van menselijke figuren komen veruit het meest voor. De sikkelvormige haak heeft vaak ook een voorstelling, die aan dieren is ontleed. Bij deze haak staat de figuur op een gestileerde kop van een meerval. De eigenlijke haken worden door de tot stekels geworden kieuwen van die vis gevormd. De centrale deel van de ophanghaak stelt zeer waarschijnlijk een vrouwelijke figuur voor. De vormgeving van de onderbuik en het geslachtsdeel wijst hierop (vergl. Kelm 1966, deel I; afb. 10 & 11).<BR> <BR> Haken om goederen aan op te hangen, waren in het hele Melanesische gebied verbreid. Aan zulke haken werd voornamelijk voedsel in netten of bakken aan opgehangen, om het tegen water en ongedierte te beschermen. Onderzoekers vermelden verder, dat ook andere voorwerpen zoals wapens, muziekinstrumenten en menselijke schedels van voorvaderen of van slachtoffers van koppensnellen aan de haken werden opgehangen (Stöhr 1971, 90). De ophanghaken waren doormiddel van touwen aan de dakconstructie vastgemaakt en hadden soms een ronde houten schijf, die boven de figuur is vastgemaakt ter bescherming tegen ratten (zie TM inv.nr 2670-50a/b). De meest versierde haken worden door de onderzoekers eerder als esthetische objecten beschouwd, dan als gebruiksvoorwerpen (Wirz 1954, 15-16). Stöhr merkt op die meest versierde haken waarschijnlijk in de mannenhuizen hingen, die in elk dorp van het gebied stonden en die in het leven van de mannen een belangrijke plaats innamen. Vanwege de esthetische functie van de haken, stelt hij voor om ze als 'hangbeelden' aan te duiden (Stöhr 1971, 94). <BR> <BR> De vorm van de haak, alsmede de mens- en diervoorstellingen, hebben tot diverse interpretaties geleid. Lang is geopperd dat de figuren voorouders waren of een andere sacrale functie hadden. Al deze theorieën laten zich echter nauwelijks door bronnen onderbouwen (Schefold 1966, 36-41). Zeker is dat de voorgestelde wezens in de mythologie van het Sepikgebied een belangrijke plaats innemen. Schefold wijst erop dat het hierbij niet alleen om algemeen geldende motieven uit de mythologie gaat, maar vaak ook om lokale versies ervan die door de in de groepsgenealogie sterk zijn veranderd (Schefold 1966, 41). Dit impliceert dat er ook voorvaderen voor worden gesteld. Welke voorvaderen dit zijn, is vanwege de lokale gebondenheid van de ophanghaak slechts vast te stellen als bekend is van welke etnische groep het voorwerp afkomstig is.<BR> <BR> Intussen zijn de onderzoekers het erover eens, dat de ophanghaken profane objecten zijn met voorstellingen uit de sacrale wereld van de mythologie en de voorvaderen. Ondanks de sacrale voorstellingen, blijft de profane functie bestaan. (Schefold 1966, 42-43).<BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Het houtsnijwerk is met een stenen bijl vervaardigd. Het fijne werk werd met bijgeslepen dierlijke tanden en/of kasuarisklauwen verricht. Met de dorens van het rotan werd het kraswerk verricht. De kleuren geel, bruin en rood zijn meestal door kleurige aarde verkregen. Wit is ongebluste kalk, zwart van houtskool of mangaanhoudende aarde (Kelm deel I, 1966, 23-24).