Armstoel van massief coromandelhout met een gestoffeerde zitting. De stoel is voorzien van elegant gebogen armleuningen, ronde balustervormige voorpoten en gladde, naar achteren gebogen achterpoten. De armleuningen en de gladde gebogen achterpoten zijn kenmerken van de zogenoemde Raffles-stoel; de voorpoten van de typerende Raffles-stoel zijn gecanneleerd (Terwen-de Loos 1985, 121). Deze stoel heeft echter balustervormige voorpoten. De rugleuning is voorzien van twee horizontale spijlen met daartussen drie stijlen. Het gebruik van een waardevol hout voor die stoel is opmerkelijk. De meeste Raffles-stoelen in de collectie van het tropenmuseum zijn vervaardigd van het goedkopere teakhout (Van Gompel e.a. 2013, 72).<BR> <BR> Het begin van 19de eeuw was roerig: de V.O.C. was ten ondergegaan en de napoleontische tijd in Europa leidde tussen 1811 en 1816 tot een Brits interregnum in Indonesië. De Britse Regency-stijl werd de dominante stijl in de meeste Oost-Aziatische handelsposten. Dit korte Britse bewind heeft tot in het begin van de 20ste eeuw duidelijk sporen achtergelaten in de Europese huishoudens op Java. Het meest in het oog springende meubel uit die tijd is de Raffles-stoel , genoemd naar Sir Thomas Stamford Raffles die toen Java bestierde. De Raffles-stoel is gebaseerd op stoelontwerpen van Thomas Sheraton (1751-1806). (Terwen-de Loos 1985, 121). <BR> <BR> Dit soort stoelen worden nog steeds in Indonesië gemaakt (Van Gompel e.a. 2013, 72).<BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Deze stoel is van massief coromandel-hout vervaardigd, een ebbenhout van de boom Diospyros quaesita, die in Sri Lanka groeit. (Van Gompel 2013, 72 & 128 en http://www.britannica.com "ebony").