Omslagdoek

Geweven omslagdoek met strepenpatroon in de kettingrichting. De kettingdraden zijn deels geverfd met caracol (paars) en cochinille (rood), twee traditionele verfstoffen, de eerste gewonnen uit de zeeslak Purpura, de tweede uit een schildluis. De drie verschillende katoendraden zijn afkomstig uit zeer uiteenlopende gebieden: de Chontales aan de Pacifische kust zijn specialisten in het verven met caracol, de katoen geverfd met cochinille is vermoedelijk afkomstig uit het gebied van Cajonos. De witte katoen, geïmporteerd uit het laagland, werd lokaal gespind. Aangezien de weefkunst in San Pedro Quiatoni al minstens vijftig jaren niet meer wordt beoefend, zijn deze stukken erg zeldzaam.<BR> Gekocht door Thomas B. Mac Dougall ; door IWJ verworven in 1965.<BR> Vergelijk Kathryn Klein (ed.), Unbroken thread. The conservation of textiles in Oaxaca, Los Angeles 1997: 127.

Omslagdoek

Geweven omslagdoek met strepenpatroon in de kettingrichting. De kettingdraden zijn deels geverfd met caracol (paars) en cochinille (rood), twee traditionele verfstoffen, de eerste gewonnen uit de zeeslak Purpura, de tweede uit een schildluis. De drie verschillende katoendraden zijn afkomstig uit zeer uiteenlopende gebieden: de Chontales aan de Pacifische kust zijn specialisten in het verven met caracol, de katoen geverfd met cochinille is vermoedelijk afkomstig uit het gebied van Cajonos. De witte katoen, geïmporteerd uit het laagland, werd lokaal gespind. Aangezien de weefkunst in San Pedro Quiatoni al minstens vijftig jaren niet meer wordt beoefend, zijn deze stukken erg zeldzaam.<BR> Gekocht door Thomas B. Mac Dougall ; door IWJ verworven in 1965.<BR> Vergelijk Kathryn Klein (ed.), Unbroken thread. The conservation of textiles in Oaxaca, Los Angeles 1997: 127.