Doek

Ketting en inslag: fijn wit naaigaren (La Cadena #60).<BR> Het geweven gedeelte heeft aan de boven- en onderzijde van het weefsel een smalle band in linnenbinding. Het overige del is geweven in drie types gaasweefsel en variaties daarop (zie analyse IWJ-8). Verschillende motieven zijn geordend in horizontale banen (op dezelfde manier als de doeken in sprangtechniek): ruiten, patroon van gestileerde blaadjes en bessen, wijnranken en zigzaglijn. Het weefsel is aan vier zijden voorzien van een kanten omlijsting.<BR> Fijn geweven - gesteven, gestreken en in blauwsel gedrenkt.

Doek

Ketting en inslag: fijn wit naaigaren (La Cadena #60).<BR> Het geweven gedeelte heeft aan de boven- en onderzijde van het weefsel een smalle band in linnenbinding. Het overige del is geweven in drie types gaasweefsel en variaties daarop (zie analyse IWJ-8). Verschillende motieven zijn geordend in horizontale banen (op dezelfde manier als de doeken in sprangtechniek): ruiten, patroon van gestileerde blaadjes en bessen, wijnranken en zigzaglijn. Het weefsel is aan vier zijden voorzien van een kanten omlijsting.<BR> Fijn geweven - gesteven, gestreken en in blauwsel gedrenkt.