Ketting en inslag: handgesponnen witte katoen. Borduurgaren: dikke draden rode hilaza, fabriekswol (groen, blauw, paars, wijnrood, turkoois, groen, oranje), gemerceriseerde katoen (lichtblauw).<BR> Techniek: linnenbinding en gaasweefsel, door afwisseling van beide technieken ontstaat horizontaal strepenpatroon.<BR> De huipil bestaat uit drie geweven banen die d.m.v. een decoratieve siersteek ("randa", uitgevoerd in gekleurde blokken) aan elkaar zijn gezet. Beide zijbanen zijn geborduurd met zes vierkante 'blokken' met afgeronde hoeken (gestileerd (gevederd) slangmotief (?), 'doorregen' met kleurige horizontale strepen en op de schouders een 'voluut' motief. Onder de ronde halsopening herhaalt het slangmotief zich, daaronder bevindt zich een grote, gestileerde boom en tenslotte een dubbelkoppige adelaar. Tussen deze grote motieven zijn kleinere dier- en vogelmotieven weergegeven.