Deel van een doodskleed

Ketting en inslag van het grondweefsel: handgesponnen witte katoen. Supplementaire inslagdraden: rode en blauwe fabriekskatoen. In het grondweefsel zijn met de dubbele inslagdraden horizontale banen met ruitpatronen in lussenweeftechniek geweven. Aan de uiteinden en in het midden zijn van zelfkant tot zelfkant gekleurde patronen ingeweven (lancé-techniek), die bestaan uit geometrische vormen, waaronder ruit-in-ruitmotieven. De zelfkanten in de kettingrichting zijn omgezoomd. Het weefsel vormt één baan van een kleed dat uit drie banen heeft bestaan.

Deel van een doodskleed

Ketting en inslag van het grondweefsel: handgesponnen witte katoen. Supplementaire inslagdraden: rode en blauwe fabriekskatoen. In het grondweefsel zijn met de dubbele inslagdraden horizontale banen met ruitpatronen in lussenweeftechniek geweven. Aan de uiteinden en in het midden zijn van zelfkant tot zelfkant gekleurde patronen ingeweven (lancé-techniek), die bestaan uit geometrische vormen, waaronder ruit-in-ruitmotieven. De zelfkanten in de kettingrichting zijn omgezoomd. Het weefsel vormt één baan van een kleed dat uit drie banen heeft bestaan.