Vrouwenceintuur

Basisweefsel: linnenbinding met kettingeffect. Door toepassing van supplementaire roze en paarse wollen kettingdraden ontstaat een horizontaal strepenpatroon, afgewisseld door tien units met geometrische motieven. De losgesneden kettingdraden zijn tot franjes verwerkt: twee vlechten van drie strengen, aan het einde samengeknoopt.

Vrouwenceintuur

Basisweefsel: linnenbinding met kettingeffect. Door toepassing van supplementaire roze en paarse wollen kettingdraden ontstaat een horizontaal strepenpatroon, afgewisseld door tien units met geometrische motieven. De losgesneden kettingdraden zijn tot franjes verwerkt: twee vlechten van drie strengen, aan het einde samengeknoopt.