Voetstuk van een beeld

Een voetstuk gemaakt van hout. Het met snijwerk versierde voetstuk behoort een beeld te dragen. Rama: lichaam blauwachtig, met snor en wenkbrauwen, het hoofd getooid met een diadeem, oorknoppen, oorschermen (simping). Haar- dracht in geloeng tjandi; met Garoeda-moengkoer. Kroon in goud, met groen- blauw- en rode versiering; pols- en armringen in goud, vleugel- vorming schouderkleed. Oepawita om de hals en slendang om het middel. In de opgeheven rechterhand een pijl, in de linkerhand een boog.<BR> II. Garoeda: rustend op voetstuk, met diadeem op de kop, spitsen wijd opengesperde snavel, waaruit tanden en slagtanden steken; uitpuilende ogen; haarversiering; vleugels uitgespreid, in goud- blauw- en rood bewerkt.<BR> De staart omhoog geheven, in rood, groen en blauw.<BR> III. Voetstuk: negenhoekig en de kanten fraai bewerkt, in blauw en rood.

Voetstuk van een beeld

Een voetstuk gemaakt van hout. Het met snijwerk versierde voetstuk behoort een beeld te dragen. Rama: lichaam blauwachtig, met snor en wenkbrauwen, het hoofd getooid met een diadeem, oorknoppen, oorschermen (simping). Haar- dracht in geloeng tjandi; met Garoeda-moengkoer. Kroon in goud, met groen- blauw- en rode versiering; pols- en armringen in goud, vleugel- vorming schouderkleed. Oepawita om de hals en slendang om het middel. In de opgeheven rechterhand een pijl, in de linkerhand een boog.<BR> II. Garoeda: rustend op voetstuk, met diadeem op de kop, spitsen wijd opengesperde snavel, waaruit tanden en slagtanden steken; uitpuilende ogen; haarversiering; vleugels uitgespreid, in goud- blauw- en rood bewerkt.<BR> De staart omhoog geheven, in rood, groen en blauw.<BR> III. Voetstuk: negenhoekig en de kanten fraai bewerkt, in blauw en rood.