Sanni Yakuma-masker van een demon (sanniya)

Beschilderd houten masker, gebruikt in 'Sanni Yakuma'-ceremonies. <BR> Gezicht: donkerrood<BR> Ogen: amandelvormig, uitpuilend, goud met groene pupillen, rood omlijnd; gaten onder de ogen.<BR> Neus: breed, krom, met gele lijnen versierd.<BR> Geen oren.<BR> Mond: breed, rode lippen, gouden tanden en 2 slagtanden.<BR> Vanuit de neuswortel stijgt een opgerichte cobra ('naga') omhoog (geel/rood, zwart gezichtje).<BR> <BR> Dit masker stelt een 'sanniya' voor. Dit is een demon die ziekte veroorzaakt. Tijdens een 'Sanni Yakuma'-ceremonie wordt de demon met offers en dansen uitgedreven om de patiënt te genezen. De demon is een manifestatie van de wrede demon Maha Kola Sanni Yaka. Er zijn in totaal 18 'sanniya's. Elke 'sanniya' veroorzaakt een ziekte die te maken heeft met slijm ('slesma'), gal ('pitta') of de adem ('vata'). De afzonderlijke 'sanniya's zijn moeilijk te identificeren, omdat tussen regio's verschillen in benoeming van de 'sanniya's bestaat. Er zijn meer dan 30 benoemingen bekend. Het enige onderscheidende kenmerk is de geschilderde hoofdbedekking. Naar aanleiding hiervan zou het masker meer dan 3 verschillende sanniya's kunnen voorstellen. Ten eerste zou het Kola Sanniya kunnen zijn. Deze demon heeft een hoofdtooi van 1 tot 3 cobra's ('naga's) en veroorzaakt cholera en gekte. Tijdens zijn optreden draagt hij een frame rond het middel waaraan 4 offerschoteltjes hangen. Ten tweede zou dit Naga Sanniya kunnen voorstellen die ook met een cobra-hoofdtooi wordt weergegeven. Een aantal auteurs vermeldt echter dat hij oren zou hebben. Deze demon veroorzaakt nachtmerries over slangen. Een derde mogelijkheid is Slesma Sanniya, die ziektes veroorzaakt die met slijm ('slesma') te maken hebben. Ook deze demon heeft soms een cobra als hoofdtooi. Door een enkele auteur worden Bhuta en Kokhanda Sanniya beschreven met een cobra.<BR> Vermoedelijk is dit een vrij nieuw masker, de tint van de kleuren wijkt af van de oude maskers. Bovendien ziet het er niet gedragen uit.<BR> (Lammers 1995).

Sanni Yakuma-masker van een demon (sanniya)

Beschilderd houten masker, gebruikt in 'Sanni Yakuma'-ceremonies. <BR> Gezicht: donkerrood<BR> Ogen: amandelvormig, uitpuilend, goud met groene pupillen, rood omlijnd; gaten onder de ogen.<BR> Neus: breed, krom, met gele lijnen versierd.<BR> Geen oren.<BR> Mond: breed, rode lippen, gouden tanden en 2 slagtanden.<BR> Vanuit de neuswortel stijgt een opgerichte cobra ('naga') omhoog (geel/rood, zwart gezichtje).<BR> <BR> Dit masker stelt een 'sanniya' voor. Dit is een demon die ziekte veroorzaakt. Tijdens een 'Sanni Yakuma'-ceremonie wordt de demon met offers en dansen uitgedreven om de patiënt te genezen. De demon is een manifestatie van de wrede demon Maha Kola Sanni Yaka. Er zijn in totaal 18 'sanniya's. Elke 'sanniya' veroorzaakt een ziekte die te maken heeft met slijm ('slesma'), gal ('pitta') of de adem ('vata'). De afzonderlijke 'sanniya's zijn moeilijk te identificeren, omdat tussen regio's verschillen in benoeming van de 'sanniya's bestaat. Er zijn meer dan 30 benoemingen bekend. Het enige onderscheidende kenmerk is de geschilderde hoofdbedekking. Naar aanleiding hiervan zou het masker meer dan 3 verschillende sanniya's kunnen voorstellen. Ten eerste zou het Kola Sanniya kunnen zijn. Deze demon heeft een hoofdtooi van 1 tot 3 cobra's ('naga's) en veroorzaakt cholera en gekte. Tijdens zijn optreden draagt hij een frame rond het middel waaraan 4 offerschoteltjes hangen. Ten tweede zou dit Naga Sanniya kunnen voorstellen die ook met een cobra-hoofdtooi wordt weergegeven. Een aantal auteurs vermeldt echter dat hij oren zou hebben. Deze demon veroorzaakt nachtmerries over slangen. Een derde mogelijkheid is Slesma Sanniya, die ziektes veroorzaakt die met slijm ('slesma') te maken hebben. Ook deze demon heeft soms een cobra als hoofdtooi. Door een enkele auteur worden Bhuta en Kokhanda Sanniya beschreven met een cobra.<BR> Vermoedelijk is dit een vrij nieuw masker, de tint van de kleuren wijkt af van de oude maskers. Bovendien ziet het er niet gedragen uit.<BR> (Lammers 1995).