Inuk-vrouw naast een witte canvastent op een zomerkampeerplaats. Rechts van haar is op de grond een zeehondenhuid met houten pennen opgespannen. Achter de tent hangt zalm te drogen aan een lijn. Op de voorgrond is een rivier getekend. Het landschap is rotsachtig. De vrouw draagt een amautik, een rok, en warme bontlaarzen. Zij draagt een emmertje of mandje in haar rechterhand. Mogelijk gebruikt ze dit om water te halen of om bessen te verzamelen, die aan het einde van de zomer geplukt worden. De tent is van een type dat gangbaar was tussen 1950 en 1970. Dergelijke tenten werden gekocht van de blanken in de handelspost of zelf genaaid van wit canvas met handnaaimachines. De tent werd in verband met de rotsachtige bodem met stenen vastgezet.<BR> De tekeningen zijn gemaakt met kleurpotlood op tekenpapier. De tekeningen zijn gemaakt door kinderen 10 en 16 jaar oud op een locale school, vermoedelijk in klasverband gemaakt. <BR> De kinderen hebben taferelen uit het dagelijks leven van hun woonplaats gevisualiseerd. Te zien zijn Inuit-mannen met hondensleden, het leven in tenten tijdens de zalmvangst, spelende kinderen, etc. Zowel de geografische context als de culturele context spelen een rol. Het is opmerkelijk te zien dat moderne afbeeldingen van sneeuwscooters en flatgebouwen (wel al aanwezig in deze periode maar flats vermoedelijk niet in Clyde) vrijwel ontbreken in de Inuit-tekeningen. Daarnaast valt op dat de tekeningen voorlopers lijken te zijn van de (cultureel bepaalde) tekenstijl die later in volwassen druk terug te zien is (bekend van Canadese Inuit grafische kunst, waarvan enkele voorbeelden in de RMV-collectie aanwezig zijn).