Zijtand van een vogelspeer

Een zijtand van een vogelspeer. Een vogelspeer heeft ongeveer in het midden in een schuine richting drie lange, aan de binnenkant van weerhaken voorziene punten bevestigd. Deze dienen om een vogel te raken, wanneer de punt aan het boveneinde doel mist. De punt van de vogelspeer is niet voorzien van een speerpunt, maar een beetje bol om het dier alleen een klap te geven, zodat het verdoofd uit de lucht viel.<BR> In het midden van het ondereinde is een uitgeholde benen knop bevestigd, die dient om de haak van het werphout tegen te plaatsen.<BR> Zo een werphout is bewaard onder nummer RMV 690-11.<BR> De vogelspeer werd gebruikt om vanuit de kajak op zwemmende vogels te jagen. De opzet was meer de vogel te verdoven of in de vorkachtige constructie te verstrikken dan om het beest te doden. Men wilde de huid zo min mogelijk beschadigen, omdat men van de vogelhuid jassen maakte. Reeds eind negentiende eeuw was de volgende, vernuftige jachtmethode in onbruik geraakt: Een leertje met twee stukjes been, dat aan de speer verbonden was, deed tijdens de vlucht een fluitend geluid ontstaan dat leek op dat van de gejaagde vogel. Deze strekte dan zijn nek uit om te kijken of er een soortgenoot aankwam. Het beest maakte zich op die manier groter, en werd dus met meer kans geraakt.<BR> In de pre-contactfase had de vogelspeer benen punten, zoals dit exemplaar; na de komst der Europeanen werd steeds vaker metaal gebruikt.

Zijtand van een vogelspeer

Een zijtand van een vogelspeer. Een vogelspeer heeft ongeveer in het midden in een schuine richting drie lange, aan de binnenkant van weerhaken voorziene punten bevestigd. Deze dienen om een vogel te raken, wanneer de punt aan het boveneinde doel mist. De punt van de vogelspeer is niet voorzien van een speerpunt, maar een beetje bol om het dier alleen een klap te geven, zodat het verdoofd uit de lucht viel.<BR> In het midden van het ondereinde is een uitgeholde benen knop bevestigd, die dient om de haak van het werphout tegen te plaatsen.<BR> Zo een werphout is bewaard onder nummer RMV 690-11.<BR> De vogelspeer werd gebruikt om vanuit de kajak op zwemmende vogels te jagen. De opzet was meer de vogel te verdoven of in de vorkachtige constructie te verstrikken dan om het beest te doden. Men wilde de huid zo min mogelijk beschadigen, omdat men van de vogelhuid jassen maakte. Reeds eind negentiende eeuw was de volgende, vernuftige jachtmethode in onbruik geraakt: Een leertje met twee stukjes been, dat aan de speer verbonden was, deed tijdens de vlucht een fluitend geluid ontstaan dat leek op dat van de gejaagde vogel. Deze strekte dan zijn nek uit om te kijken of er een soortgenoot aankwam. Het beest maakte zich op die manier groter, en werd dus met meer kans geraakt.<BR> In de pre-contactfase had de vogelspeer benen punten, zoals dit exemplaar; na de komst der Europeanen werd steeds vaker metaal gebruikt.