Houtsnijwerk werd in Polen gebezigd door jongens en mannen, vaak als nonchalant tijdverdrijf waardoor veel dagelijkse voorwerpen schitterend versierd werden met dier- en mensfiguren en plantmotieven. Jongemannen hielden zich intensiever bezig met houtsnijwerk wanneer zij meisjes het hof maakten. Een van de gebruiken hierbij was het aanbieden van huishoudelijke voorwerpen die zij zelf hadden gemaakt en versierd met houtsnijwerk. Dit waren vooral objecten die verbonden waren met spinnen en weven. In de eerste jaren van het huwelijk gingen mannen verder met houtsnijwerk maar tenzij zij hierin echt aardigheid hadden hielden ze hiermee na verloop van tijd op.<BR> In het volkse houtsnijwerk waren geometrische en plantmotieven het oudst en meest gebruikelijk. De voorwerpen waren geheel versierd, of gedeeltelijk, bijvoorbeeld langs een rand of in het midden van een te decoreren veld. Bloemen, dier- en mensfiguren zijn een latere ontwikkeling. Traditioneel gezien zijn er twee verschillende categorieën objecten die altijd met houtsnijwerk zijn versierd: voorwerpen die met spinnen en weven worden geassocieerd en werktuigen van herders. (Opschep)lepels worden sterk met herders geassocieerde en behoren tot hun persoonlijke uitrusting en zijn vaak door de herders zelf versierd met houtsnijwerk. Houtsnijwerk was voor hen ook een belangrijke bron van inkomsten. Ook timmerlieden waren bedreven in houtsnijwerk maar zij decoreerden voornamelijk meubels en architecturale elementen zoals balken.