Voor de komst van de Europeanen gebruikte men in Mexico geen kandelaars. Ook het gebruik van was, vet en olie voor het verkrijgen van vuur was voor de oorspronkelijke bewoners van Mexico onbekend. Hoewel ze veel soorten olie tot hun beschikking hadden, hebben ze nooit voor iets anders gediend dan toevoegingen aan medicijnen, verf en lak. Ze verkregen veel was uit honingraten, maar maakten er geen licht van. <BR> In maritieme gebieden gebruikte men ook lichtgevende torren, maar over het algemeen maakte men gebruik van fakkels van ocotl, een plantensoort. Deze fakkels gaven genoeg licht en waren reukloos, maar veroorzaakten erg veel rook dat hun woonplaatsen met roet bedekte. <BR> Kandelaren waren verbonden aan het Katholieke geloof en dat zijn ze vandaag de dag nog steeds. Ze worden niet louter gebruikt voor verlichting, maar vervullen een belangrijke rol in de inrichting van kerken, kapellen en huizen van kerkleden. Daarnaast worden ze ook gedragen tijdens ceremoniele optochten en andere religieuze rituelen. <BR> <BR> Een speciaal soort kandelaar wordt de Mexicaanse levensboom genoemd. Deze kandelaar wordt gevormd uit klei en opgewerkt tot een sculptuur dat een boom verbeeldt. De symboliek hierachter omvat het scheppingsverhaal uit de Bijbel, hoewel een levensboom ook terugkomt in de pre-hispanische mythes. De boom is doorgaans versierd met bloemen, vogels, dieren, mensen en vruchten. Elke boom is anders en varieert in hoogte, breedte, gecompliceerdheid en aantal kaarsen. <BR> Oorspronkelijk komt deze kunstvorm uit Izucar de Matamoros in de Puebla en Metepec regio, maar vandaag de dag wordt het op veel meer plaatsen in Mexico uitgeoefend. Ook het bijbelse karakter van de kandelaar neemt af en er worden steeds meer figuren toegevoegd die niets met het christelijke geloof te maken hebben.<BR>