Coupe met fruit, voor Dodendag

Deze schaal met fruit, gemaakt van glas, is onderdeel van een festiviteit genaamd de dag van de doden (día de los muertos). Tijdens deze festiviteit verwelkomen de Mexicanen de zielen van hen die zijn heengegaan. De zielen van de doden keren eenmaal per jaar terug om een paar uur lang van de plezierigheden te genieten die ze eens kenden. Tijdens dit feest zijn er in de steden overal gedecoreerde skeletten en schedels te vinden. Toch zijn de feesten in de grote steden anders dan die op het platteland, vanwege de aanwezigheid van toeristen die dit spektakel allemaal willen aanschouwen. Op het plattenland bereidt ieder huishouden een maaltijd, inclusief drinken, voor de doden. Deze wordt buiten neergezet op een tafel of altaar, die versierd is met bloemen en kaarsen. Iedere kaars representeert een ziel die de aarde verlaten heeft. Voor hem wordt – in rijke gezinnen – het lievelingsgerecht of drank voorgeschoteld die hem aan zijn thuis moet herinneren. <BR> Op de markt worden schedels en andere waren van suikergoed en ander materiaal verkocht, waarmee de huisaltaren versierd kunnen worden. Op het platteland zijn bijna geen skeletten en schedels te vinden. Hier worden afbeeldingen van Christelijke heiligen op de altaars geplaatst. Toch is het offeren van voedsel en bloemen een eeuwenoud religieus onderdeel, dat teruggaat tot in de tijd voordat de Spanjaarden kwamen. Het feest is een voortvloeisel uit een Azteekse mythe, waarin de mensen gevormd werden uit de botten van creaturen die voor de mens de aarde bewoonden. De Azteken geloofden namelijk dat de wereld al viermaal was gecreëerd en verwoest en zijzelf waren de bewoners die bij de vijfde poging geschapen waren. De god Quetzalcoatl, die de botten uit hun bewaarplaats ophaalde, liet de restanten echter vallen, wat erin resulteerde dat de mensen sterfelijk waren. Wanneer de mensen stierven, ondernamen de zielen een reis naar het paradijs. Deze reis duurde vier jaar, waarin zij allerlei obstakels moesten overwinnen om bij hun bestemming aan te komen. Deze reis gold alleen voor hen die een natuurlijke dood waren gestorven. Krijgers die op het slagveld waren omgekomen, kwamen bij de zonnegod terecht, die zij vier jaar dienden, waarna zij in kolibries transformeerden.<BR>

Coupe met fruit, voor Dodendag

Deze schaal met fruit, gemaakt van glas, is onderdeel van een festiviteit genaamd de dag van de doden (día de los muertos). Tijdens deze festiviteit verwelkomen de Mexicanen de zielen van hen die zijn heengegaan. De zielen van de doden keren eenmaal per jaar terug om een paar uur lang van de plezierigheden te genieten die ze eens kenden. Tijdens dit feest zijn er in de steden overal gedecoreerde skeletten en schedels te vinden. Toch zijn de feesten in de grote steden anders dan die op het platteland, vanwege de aanwezigheid van toeristen die dit spektakel allemaal willen aanschouwen. Op het plattenland bereidt ieder huishouden een maaltijd, inclusief drinken, voor de doden. Deze wordt buiten neergezet op een tafel of altaar, die versierd is met bloemen en kaarsen. Iedere kaars representeert een ziel die de aarde verlaten heeft. Voor hem wordt – in rijke gezinnen – het lievelingsgerecht of drank voorgeschoteld die hem aan zijn thuis moet herinneren. <BR> Op de markt worden schedels en andere waren van suikergoed en ander materiaal verkocht, waarmee de huisaltaren versierd kunnen worden. Op het platteland zijn bijna geen skeletten en schedels te vinden. Hier worden afbeeldingen van Christelijke heiligen op de altaars geplaatst. Toch is het offeren van voedsel en bloemen een eeuwenoud religieus onderdeel, dat teruggaat tot in de tijd voordat de Spanjaarden kwamen. Het feest is een voortvloeisel uit een Azteekse mythe, waarin de mensen gevormd werden uit de botten van creaturen die voor de mens de aarde bewoonden. De Azteken geloofden namelijk dat de wereld al viermaal was gecreëerd en verwoest en zijzelf waren de bewoners die bij de vijfde poging geschapen waren. De god Quetzalcoatl, die de botten uit hun bewaarplaats ophaalde, liet de restanten echter vallen, wat erin resulteerde dat de mensen sterfelijk waren. Wanneer de mensen stierven, ondernamen de zielen een reis naar het paradijs. Deze reis duurde vier jaar, waarin zij allerlei obstakels moesten overwinnen om bij hun bestemming aan te komen. Deze reis gold alleen voor hen die een natuurlijke dood waren gestorven. Krijgers die op het slagveld waren omgekomen, kwamen bij de zonnegod terecht, die zij vier jaar dienden, waarna zij in kolibries transformeerden.<BR>