Spoeltje

Bij alle vroege Mexicaanse culturen was het weefproces bekend, hoewel iedere cultuur een eigen spin, verf en weeftechniek had ontwikkeld, met weefpatronen die voor de wevers zelf betekenis hadden. Bij iedere cultuur was de manier van weven hoog ontwikkeld. Dit kwam waarschijnlijk door eenzelfde oorsprong van het weven of door communicatie tussen de culturen. <BR> <BR> Toen de Europeanen in de zestiende eeuw in aanraking kwamen met de inheemse bevolking, introduceerden zij andere weefgetouwen en andere materialen die het productieproces konden verbeteren. Langzaam integreerde het grote, Spaanse weefgetouw en het spinnenwiel in het productieproces van de inheemse bevolking. Daarnaast begonnen de indianen ook met het verwerken van wol, toen schapen door de Spanjaarden naar het continent werden overgebracht. Ook de zijde die de Europeanen vanuit Azië verkregen werd naar Mexico geïmporteerd.<BR> Eerst spon men vooral met maguey en katoen, maar de Europeanen gaven de voorkeur aan zijde en katoen, omdat dit lichtere stoffen waren. Gesponnen zijde werd dan ook na verloop van tijd een gewild luxegoed.<BR> <BR> Spanjaarden kregen de katoen als tribuut in handen en betaalden hiermee de indianen voor hun diensten. De indianen bleven kledij van hun eigen textiel dragen, want zij mochten zich niet kleden zoals de Spanjaarden dat deden. Enkel de creolen mochten de Spaanse kledingstijl imiteren. Dit onderscheid bleef echter niet lang van kracht, want de indianen op het platteland en in afgelegen dorpen maakten op den duur ook deel uit van de Atlantische handel in textiel. <BR> <BR> Hoewel vandaag de dan zowel mannen als vrouwen zich bezighouden met de productie, was dat in het verleden niet het geval. Het weven was een kunst die aan vrouwen uitbesteed was en jonge meisjes leerden de patronen weven die specifiek waren voor hun familie of gemeenschap. Weefgetouwen hadden een symbolische waarde omdat deze vaak van moeder op dochter werden doorgegeven. <BR> <BR> Ondanks dat de Spanjaarden destijds synthetische stoffen hebben geïntroduceerd, geeft de indiaanse bevolking nog steeds de voorkeur aan natuurlijke vezels, met name wol. Een van de meest gewilde vezels, was vroeger de Maguey plant, of wel Agave sisalana, ook bekend onder de lokale naam henequem. Deze plant werd voor verschillende doeleinden gebruikt: er werden touw en hangmatten van gemaakt, maar ook een alcoholische drank die octli of pulque wordt genoemd. <BR> Ook katoen in een plant die van oorsprong in Mexico groeit en ook voor het weven werd gebruikt.<BR> De inheemse vezels werden tot draden gesponnen met een simpele spoel, die door alle oude beschavingen over de hele wereld gebruikt werd. Deze spoelen waren vaak gemaakt van hout of klei. <BR>

Spoeltje

Bij alle vroege Mexicaanse culturen was het weefproces bekend, hoewel iedere cultuur een eigen spin, verf en weeftechniek had ontwikkeld, met weefpatronen die voor de wevers zelf betekenis hadden. Bij iedere cultuur was de manier van weven hoog ontwikkeld. Dit kwam waarschijnlijk door eenzelfde oorsprong van het weven of door communicatie tussen de culturen. <BR> <BR> Toen de Europeanen in de zestiende eeuw in aanraking kwamen met de inheemse bevolking, introduceerden zij andere weefgetouwen en andere materialen die het productieproces konden verbeteren. Langzaam integreerde het grote, Spaanse weefgetouw en het spinnenwiel in het productieproces van de inheemse bevolking. Daarnaast begonnen de indianen ook met het verwerken van wol, toen schapen door de Spanjaarden naar het continent werden overgebracht. Ook de zijde die de Europeanen vanuit Azië verkregen werd naar Mexico geïmporteerd.<BR> Eerst spon men vooral met maguey en katoen, maar de Europeanen gaven de voorkeur aan zijde en katoen, omdat dit lichtere stoffen waren. Gesponnen zijde werd dan ook na verloop van tijd een gewild luxegoed.<BR> <BR> Spanjaarden kregen de katoen als tribuut in handen en betaalden hiermee de indianen voor hun diensten. De indianen bleven kledij van hun eigen textiel dragen, want zij mochten zich niet kleden zoals de Spanjaarden dat deden. Enkel de creolen mochten de Spaanse kledingstijl imiteren. Dit onderscheid bleef echter niet lang van kracht, want de indianen op het platteland en in afgelegen dorpen maakten op den duur ook deel uit van de Atlantische handel in textiel. <BR> <BR> Hoewel vandaag de dan zowel mannen als vrouwen zich bezighouden met de productie, was dat in het verleden niet het geval. Het weven was een kunst die aan vrouwen uitbesteed was en jonge meisjes leerden de patronen weven die specifiek waren voor hun familie of gemeenschap. Weefgetouwen hadden een symbolische waarde omdat deze vaak van moeder op dochter werden doorgegeven. <BR> <BR> Ondanks dat de Spanjaarden destijds synthetische stoffen hebben geïntroduceerd, geeft de indiaanse bevolking nog steeds de voorkeur aan natuurlijke vezels, met name wol. Een van de meest gewilde vezels, was vroeger de Maguey plant, of wel Agave sisalana, ook bekend onder de lokale naam henequem. Deze plant werd voor verschillende doeleinden gebruikt: er werden touw en hangmatten van gemaakt, maar ook een alcoholische drank die octli of pulque wordt genoemd. <BR> Ook katoen in een plant die van oorsprong in Mexico groeit en ook voor het weven werd gebruikt.<BR> De inheemse vezels werden tot draden gesponnen met een simpele spoel, die door alle oude beschavingen over de hele wereld gebruikt werd. Deze spoelen waren vaak gemaakt van hout of klei. <BR>