Plaque

Min of meer rechthoekige plaque, met dien verstande dat de hoeken rond zijn, de onderkant licht gebogen is en de sterker gebogen bovenkant puntig uitloopt. Uit één stuk hout gesneden. Aan de voorkant geheel bedekt met een mengsel van klei en een plantaardige substantie, in de kleuren zwart, rood, geel en wit. Rood en geel zijn okers. Op deze voorkant is een hartvormig gezicht gevormd, dat bestaat uit een groot zwart vlak waarin mond, neusgaten en wenkbrauwen in reliëf aangegeven zijn. Ogen en neus zijn lang en kokervormig, resp. 17,5 cm en 24 cm.<BR> Mogelijk zijn ze gemaakt van bamboe kokers die met de klei/ plantaardige substantie bedekt zijn. Tussen de mond en de neusgaten is horizontaal een met dezelfde substantie bedekte bamboe koker bevestigd. De onderste helft van het gezicht wordt aan weerskanten geflankeerd door een vogelfiguur waarvan de omtreklijnen in reliëf zijn aangegeven. De vogel aan de rechterkant van het gelaat is overwegend zwart, die aan de linkerkant overwegend rood. Beide vogels zijn gepointilleerd, in het eerste geval met rode, witte en gele stippen, in het tweede geval met witte, gele en zwarte stippen. Langs de bovenrand van het voorwerp zijn een aantal gepointilleerde driehoeken in rood, geel, wit en zwart aangegeven, waarvan de omtreklijnen in reliëf zijn. Bij de bovenpunt bevindt zich een gat waarin twee gevlochten vezelstrengen bevestigd zijn, waarvan de een roodbruin van kleur is. Deze dienen waarschijnlijk ter ophanging van de plaque. De volgende informatie werd verstrekt door Galerie Lemaire:<BR> 'Metaniele' betekent: 'ogen van de zon'. Hangt in de heilige mannenhuizen gedurende besnijdenisceremonieën. De symbolen stellen de stralen van de zon voor, en worden verondersteld de zielen van de dode voorouders aan te trekken die dan hun bovennatuurlijke kracht en gunst willen verlenen aan de jongens die besneden worden. Dit stuk werd gebruikt tijdens een ceremonie te Kamelbank in 1949 en is sindsdien in het bezit geweest van een Europese familie in Vila. Tot zover Lemaire. <BR> Smidt heeft een vergelijkbaar exemplaar gezien in de openbare opstelling van het Museum/ Cultural Centre te Port Vila op 11.3.1980. De tekst op het etiket luidde als volgt: South-Central Malekula. Small Nambas. ' Metaniele' ( 'The eyes of the sun'). For circumcision rituals bij the Potkote peoples. Suspended above the men's hut. The sun's rays surround the face, which stylistically represents circumcision. The birds are symbols of Naluan ( the circumcision feast) and are supposed to attract the spirits of dead ancestors. Coll. Dr. J.M. Charpentier 1973'.<BR> <BR> Een ander exemplaar bevindt zich in het Australian Museum te Sydney. Hierover schrijft Jim Specht, d.d. 8 april 1981: 'collected for us by Kirk ( Huffman) in 1976. Your piece is in surprisingly good condition; ours suffered damage to the projections of the eyes and nose'.<BR> <BR> Ook werd gecorrespondeerd met Professor Jean Guiart, Musée de l' Homme, Parijs. In zijn brief van 30 maart 1981 schrijft hij: ' These pieces have been produced in numbers inland South Malekula in a group of villages which put them slowly on the market. There is always one used for a ritual, not circumcision by the way, and a number of replicas. The group concerned did not make any of these things prewar, but have bought the techniques from christianized coastal groups, and are thus now in the unique position of being the only ones to produce something of any value. If it is not too expensive, it can be of some interest, but they are definitely being made for sale'.<BR> De vraag is of het onderhavige museum- exemplaar voor een ritueel gebruikt is of uitsluitend voor de verkoop is gemaakt. Indien de informatie van Lemaire correct is, zou dit exemplaar in ieder geval een van de vroegst verzamelde moeten zijn, en bij een ritueel gebruikt zijn.<BR> Ook al zouden ze voor de verkoop gemaakt zijn, toch zijn er nog niet veel exemplaren tot publieke collecties doorgedrongen. Afgezien van het Leidse exemplaar zijn mij op dit moment slechts de exemplaren te Sydney en Vila bekend. En verder enkele in de literatuur afgebeelde exemplaren.

Plaque

Min of meer rechthoekige plaque, met dien verstande dat de hoeken rond zijn, de onderkant licht gebogen is en de sterker gebogen bovenkant puntig uitloopt. Uit één stuk hout gesneden. Aan de voorkant geheel bedekt met een mengsel van klei en een plantaardige substantie, in de kleuren zwart, rood, geel en wit. Rood en geel zijn okers. Op deze voorkant is een hartvormig gezicht gevormd, dat bestaat uit een groot zwart vlak waarin mond, neusgaten en wenkbrauwen in reliëf aangegeven zijn. Ogen en neus zijn lang en kokervormig, resp. 17,5 cm en 24 cm.<BR> Mogelijk zijn ze gemaakt van bamboe kokers die met de klei/ plantaardige substantie bedekt zijn. Tussen de mond en de neusgaten is horizontaal een met dezelfde substantie bedekte bamboe koker bevestigd. De onderste helft van het gezicht wordt aan weerskanten geflankeerd door een vogelfiguur waarvan de omtreklijnen in reliëf zijn aangegeven. De vogel aan de rechterkant van het gelaat is overwegend zwart, die aan de linkerkant overwegend rood. Beide vogels zijn gepointilleerd, in het eerste geval met rode, witte en gele stippen, in het tweede geval met witte, gele en zwarte stippen. Langs de bovenrand van het voorwerp zijn een aantal gepointilleerde driehoeken in rood, geel, wit en zwart aangegeven, waarvan de omtreklijnen in reliëf zijn. Bij de bovenpunt bevindt zich een gat waarin twee gevlochten vezelstrengen bevestigd zijn, waarvan de een roodbruin van kleur is. Deze dienen waarschijnlijk ter ophanging van de plaque. De volgende informatie werd verstrekt door Galerie Lemaire:<BR> 'Metaniele' betekent: 'ogen van de zon'. Hangt in de heilige mannenhuizen gedurende besnijdenisceremonieën. De symbolen stellen de stralen van de zon voor, en worden verondersteld de zielen van de dode voorouders aan te trekken die dan hun bovennatuurlijke kracht en gunst willen verlenen aan de jongens die besneden worden. Dit stuk werd gebruikt tijdens een ceremonie te Kamelbank in 1949 en is sindsdien in het bezit geweest van een Europese familie in Vila. Tot zover Lemaire. <BR> Smidt heeft een vergelijkbaar exemplaar gezien in de openbare opstelling van het Museum/ Cultural Centre te Port Vila op 11.3.1980. De tekst op het etiket luidde als volgt: South-Central Malekula. Small Nambas. ' Metaniele' ( 'The eyes of the sun'). For circumcision rituals bij the Potkote peoples. Suspended above the men's hut. The sun's rays surround the face, which stylistically represents circumcision. The birds are symbols of Naluan ( the circumcision feast) and are supposed to attract the spirits of dead ancestors. Coll. Dr. J.M. Charpentier 1973'.<BR> <BR> Een ander exemplaar bevindt zich in het Australian Museum te Sydney. Hierover schrijft Jim Specht, d.d. 8 april 1981: 'collected for us by Kirk ( Huffman) in 1976. Your piece is in surprisingly good condition; ours suffered damage to the projections of the eyes and nose'.<BR> <BR> Ook werd gecorrespondeerd met Professor Jean Guiart, Musée de l' Homme, Parijs. In zijn brief van 30 maart 1981 schrijft hij: ' These pieces have been produced in numbers inland South Malekula in a group of villages which put them slowly on the market. There is always one used for a ritual, not circumcision by the way, and a number of replicas. The group concerned did not make any of these things prewar, but have bought the techniques from christianized coastal groups, and are thus now in the unique position of being the only ones to produce something of any value. If it is not too expensive, it can be of some interest, but they are definitely being made for sale'.<BR> De vraag is of het onderhavige museum- exemplaar voor een ritueel gebruikt is of uitsluitend voor de verkoop is gemaakt. Indien de informatie van Lemaire correct is, zou dit exemplaar in ieder geval een van de vroegst verzamelde moeten zijn, en bij een ritueel gebruikt zijn.<BR> Ook al zouden ze voor de verkoop gemaakt zijn, toch zijn er nog niet veel exemplaren tot publieke collecties doorgedrongen. Afgezien van het Leidse exemplaar zijn mij op dit moment slechts de exemplaren te Sydney en Vila bekend. En verder enkele in de literatuur afgebeelde exemplaren.