Tuniek

Materiaal: boombastdoek gemaakt van de bast van twee soorten van de "ficus americanus" die door de Lacandon Hach H'un en Bits'kal (wilde vijg) worden genoemd. Rode achiote of annatto verfstof<BR> Techniek: natgemaakt en daarna met een houten hamer plat geslagen.<BR> <BR> De "xokul" bestaat uit drie ongeveer even grote dubbelgevouwen stukken bastdoek die met de lange zijden met bastvezel aan elkaar genaaid zijn. De bovenste 16 cm. van de zijnaden zijn opgen gelaten voor de armsgaten. In het midden van de middelste lap is een vertikale 18 cm. diepe halsopening geknipt. De halsrand is omwonden met bastvezel. <BR> Door de bast tot op het hout te splijten zijn de Lacandon in staat lange stukken bast van de boom te trekken. De stukken bast worden later in eht water gedompeld. Daarna worden ze met een besneden houten hamer plat geslagen, totdat de vezels in elkaar vervlochten raken en uitdijen. Een stuk bast kan zo twee keer zo groot worden als het oorspronkelijk was. Als de bast plat genoeg is wordt het gewassen en opgehangen om te drogen. Het beslaan van de bast kan zowel door mannen als vrouwen gebeuren, maar in dit geval is het gebeurd door vrouwen.<BR> Deze "xokul" is beschilderd met rode achiote of annatto kleurstof wat erop duidt dat hij voor ceremoniële doeleinden is gebruikt. Aan beide zijden van de onderkant van de halsopening op de voorkant van de "xokul" is een cirkel met een punt erin geschilderd. Deze geven de extra rechten van de spirituele leider van de groep aan. Over de gehele "xokul" zijn verder hier en daar dikke stippen schilderd.<BR> Deze "xokul" is gedragen door mannen.

Tuniek

Materiaal: boombastdoek gemaakt van de bast van twee soorten van de "ficus americanus" die door de Lacandon Hach H'un en Bits'kal (wilde vijg) worden genoemd. Rode achiote of annatto verfstof<BR> Techniek: natgemaakt en daarna met een houten hamer plat geslagen.<BR> <BR> De "xokul" bestaat uit drie ongeveer even grote dubbelgevouwen stukken bastdoek die met de lange zijden met bastvezel aan elkaar genaaid zijn. De bovenste 16 cm. van de zijnaden zijn opgen gelaten voor de armsgaten. In het midden van de middelste lap is een vertikale 18 cm. diepe halsopening geknipt. De halsrand is omwonden met bastvezel. <BR> Door de bast tot op het hout te splijten zijn de Lacandon in staat lange stukken bast van de boom te trekken. De stukken bast worden later in eht water gedompeld. Daarna worden ze met een besneden houten hamer plat geslagen, totdat de vezels in elkaar vervlochten raken en uitdijen. Een stuk bast kan zo twee keer zo groot worden als het oorspronkelijk was. Als de bast plat genoeg is wordt het gewassen en opgehangen om te drogen. Het beslaan van de bast kan zowel door mannen als vrouwen gebeuren, maar in dit geval is het gebeurd door vrouwen.<BR> Deze "xokul" is beschilderd met rode achiote of annatto kleurstof wat erop duidt dat hij voor ceremoniële doeleinden is gebruikt. Aan beide zijden van de onderkant van de halsopening op de voorkant van de "xokul" is een cirkel met een punt erin geschilderd. Deze geven de extra rechten van de spirituele leider van de groep aan. Over de gehele "xokul" zijn verder hier en daar dikke stippen schilderd.<BR> Deze "xokul" is gedragen door mannen.