Huipil

Een huipil is een eenvoudig rechthoekig, mouwloos kleding stuk dat de schouders en een deel van de armen bedekt. Deze huipil is verworven in 1948, daarna overgenomen van Bodil Christensen in 1980. <BR> De huipil is gemaakt van wit handgesponnen katoen. De huipil bestaat uit drie losse stroken die geweven zijn in linnenbinding. Deze drie stroken zijn aan elkaar gezet, waarvan de stiksel bedekt wordt met een rode lint. Het lint is een europese invloed, eerder werden de huipils vast gemaakt door zgn. randa werk. <BR> De hele huipil is versierd met rode strepen in verschillende dikten, die ca. 3cm van elkaar afstaan. Hierdoor ontstaat er een afwisselend patroon van rood en (door de ondergrond) witte strepen. Op de rode stroken zijn zowel pijlen als zigzag motieven geborduurd. Het zigzag motief heeft slang als betekenis, dat weer met de regen en vruchtbaarheid in verband staat. De pijlen zijn opgebouwd uit driehoeken, hierdoor geeft de pijl net als de driehoek vruchtbaarheid aan. De ronde hals is afgewerkt met geel en rode satijnen lint, die samen een zigzag motief vormen. Rood, geel, groen en roze linten zijn aan de hals vast gemaakt en aan de voorkant als versiering los laten hangen. De uiteinden van de zijstroken worden aan elkaar vast gemaakt, waardoor er een grote opening voor de armen ontstaat. Bij speciale gelegenheden wordt de huipil opgerold tot de heup. De huipil wordt gedragen samen met een Mixteekse ceintuur en een wikkelrok. <BR>

Huipil

Een huipil is een eenvoudig rechthoekig, mouwloos kleding stuk dat de schouders en een deel van de armen bedekt. Deze huipil is verworven in 1948, daarna overgenomen van Bodil Christensen in 1980. <BR> De huipil is gemaakt van wit handgesponnen katoen. De huipil bestaat uit drie losse stroken die geweven zijn in linnenbinding. Deze drie stroken zijn aan elkaar gezet, waarvan de stiksel bedekt wordt met een rode lint. Het lint is een europese invloed, eerder werden de huipils vast gemaakt door zgn. randa werk. <BR> De hele huipil is versierd met rode strepen in verschillende dikten, die ca. 3cm van elkaar afstaan. Hierdoor ontstaat er een afwisselend patroon van rood en (door de ondergrond) witte strepen. Op de rode stroken zijn zowel pijlen als zigzag motieven geborduurd. Het zigzag motief heeft slang als betekenis, dat weer met de regen en vruchtbaarheid in verband staat. De pijlen zijn opgebouwd uit driehoeken, hierdoor geeft de pijl net als de driehoek vruchtbaarheid aan. De ronde hals is afgewerkt met geel en rode satijnen lint, die samen een zigzag motief vormen. Rood, geel, groen en roze linten zijn aan de hals vast gemaakt en aan de voorkant als versiering los laten hangen. De uiteinden van de zijstroken worden aan elkaar vast gemaakt, waardoor er een grote opening voor de armen ontstaat. Bij speciale gelegenheden wordt de huipil opgerold tot de heup. De huipil wordt gedragen samen met een Mixteekse ceintuur en een wikkelrok. <BR>