Model van een palo volador

Uibeelding in miniatuur van een ritueel dat de "vlucht van de voladores" wordt genoemd, waarbij een in werkelijkheid tot 30 meter hoge paal door vijf voladores, "vliegende mannen" wordt beklommen; vervolgens storten vier van hen zich achterover om, met het hoofd naar beneden gekeerd, in een aantal omwentelingen - meestal dertien - weer vaste voet te raken.<BR> Dit model is gemaakt naar aanleiding en ter herinnering van de vlucht die Bodil Christensen in februari 1940 maakte in het Otomí dorpje Pie del Cerro in de Sierra Norte de Puebla. Bodil Christensen was voor het eerst in 1933 getuige van de Dans van de Voladores, waarvan de vlucht van de voladores onderdeel is. Zij raakte zo gefascineerd dat ze in de volgende jaren bij diverse gelegenheden de verschillende versies van de dans bij de Totonaken, de Otomí's en de Nahua's fotografisch vastlegde. Haar belangstelling culmineerde in de uitnodiging van de inwoners van voornoemd dorp om als eerste vrouw aan het ritueel deel te nemen op de feestdag van de "Virgen de la Candelaria".<BR> De vlucht van de voladores kent een voor-Spaanse oorsprong en is in diverse laat precolumbiaanse en vroegkoloniale codices afgebeeld. De vijfde persoon die de klim naar boven maakt is de capitán, de aanvoerder. Hij bespeelt fluit en trom en groet, boven op de paal gezeten, de vier windrichtingen. Het is geen toeval dat de vier mannen die - op teken van de aanvoerder - daadwerkelijk de vlucht uitvoeren dertien omwentelingen maken voordat ze beneden zijn. Tweeenvijftig (4 X 13) is een verwijzing naar de Meso-Amerikaanse "eeuw" die uit 52 jaar bestaat.

Model van een palo volador

Uibeelding in miniatuur van een ritueel dat de "vlucht van de voladores" wordt genoemd, waarbij een in werkelijkheid tot 30 meter hoge paal door vijf voladores, "vliegende mannen" wordt beklommen; vervolgens storten vier van hen zich achterover om, met het hoofd naar beneden gekeerd, in een aantal omwentelingen - meestal dertien - weer vaste voet te raken.<BR> Dit model is gemaakt naar aanleiding en ter herinnering van de vlucht die Bodil Christensen in februari 1940 maakte in het Otomí dorpje Pie del Cerro in de Sierra Norte de Puebla. Bodil Christensen was voor het eerst in 1933 getuige van de Dans van de Voladores, waarvan de vlucht van de voladores onderdeel is. Zij raakte zo gefascineerd dat ze in de volgende jaren bij diverse gelegenheden de verschillende versies van de dans bij de Totonaken, de Otomí's en de Nahua's fotografisch vastlegde. Haar belangstelling culmineerde in de uitnodiging van de inwoners van voornoemd dorp om als eerste vrouw aan het ritueel deel te nemen op de feestdag van de "Virgen de la Candelaria".<BR> De vlucht van de voladores kent een voor-Spaanse oorsprong en is in diverse laat precolumbiaanse en vroegkoloniale codices afgebeeld. De vijfde persoon die de klim naar boven maakt is de capitán, de aanvoerder. Hij bespeelt fluit en trom en groet, boven op de paal gezeten, de vier windrichtingen. Het is geen toeval dat de vier mannen die - op teken van de aanvoerder - daadwerkelijk de vlucht uitvoeren dertien omwentelingen maken voordat ze beneden zijn. Tweeenvijftig (4 X 13) is een verwijzing naar de Meso-Amerikaanse "eeuw" die uit 52 jaar bestaat.