Een ceintuur (faja in het Spaans) is het kledingstuk dat gebruikt wordt om de wikkelrok of broek vast te binden en hoog te houden. De ceintuur heeft verder ook andere functies, zoals het bieden van ondersteuning tijdens het uitvoeren van zware werkzaamheden.<BR> <BR> Dit betreft een reeds gedragen 'fajo' met verschillende kleuren. Dezelfde kleuren zijn terug te vinden in de 'tzute, doch het weefpatroon is anders. Aan de uiteinden zijn geknoopte franjes aangebracht. De twee uiteinden zijn van een geometrisch borduurpatroon voorzien. In Panajachel wordt de 'faja' over de 'huipil' gedragen. De ceintuur is in een heupweefgetouw met katoen geweven.<BR> <BR> Verder zijn een aantal van de gebruikte katoendraden geverfd door middel van de Jaspe techniek (ook bekend als de Ikat techniek). Jaspe is een verftechniek in knopen waarmee decoratieve motieven worden geproduceerd. Hierbij worden specifieke gedeeltes van de draad bedekt (door de draad op specifieke plekken te knopen) om te voorkomen dat deze gedeeltes gekleurd raken op het moment dat de draad in de verf wordt ondergedompeld. Wanneer de knopen worden losgemaakt, na het verven, bevat de draad geverfde en niet geverfde segmenten. Tijdens het weven worden met deze draden figuren gevormd.