Aardewerken mok, deel van een serie van zes mokken (5069-14a t/m 14e).<BR> Bij het vervaardigen van de mokken is gebruik gemaakt van een "concave mold", holle mal, die van gips is gemaakt en uit twee identieke delen bestaat. De rode klei wordt met behulp van een stenen klopwerktuig tot een dunne tortilla gemaakt en in de twee helften gedrukt. Vervolgens worden de delen van de mal tegen elkaar gelegd en de pottenbakker verbindt via de opening aan de bovenkant van de mal de beide delen. Deze methode produceert aardewerk van een dunne kwaliteit, 3 mm. Vervolgens heeft iedere mok een handvat aangebracht gekregen. De mokken zijn aan binnen- en buitenzijde geglazuurd en in een oven gebakken.<BR> De mondopeningen zijn aan de randen donkerbruin geverfd en voorzien van licht-gele stippen. Het breed-buikige gedeelte is bij iedere mok ter hoogte van de laagste aanhechting van het handvat met bloemen en bladeren gedecoreerd.<BR> nr. 5069-14a: licht gele bloemen en groene bladeren;<BR> nr. 5069-14b: idem;<BR> nr. 5069-14a: maar met bruin hart;<BR> nr. 5069-14c en 14d, maar met licht gele blaadjes;<BR> nr. 5069-14e: met licht gele geschulpte rand, waarboven halve licht gele bloemen met bruin hart, waartussen groene bladeren met bruin hart.