Ongepolijste, maar wel geglazuurde waterkruik van roodbruine klei. De buik wordt in twee helften vervaardigd met de moldingmethode.<BR> Nadat de twee helften zorgvuldig aan elkaar gezet zijn, wordt de 4 cm. hoge nek toegevoegd evenals één oor, dat groot genoeg is om met de gehele hand beet te pakken. Vervolgens wordt de decoratie aangebracht.<BR> Typerend voor Capula-aardewerk zijn gele bloemen, met een donkerbruin hart op een groene ondergrond. De decoratie op deze kruik verschilt van deze typering alleen doordat er geen groene ondergrond is, maar wel wat simpele groene streepjes, welke blaadjes suggereren.<BR> Vervolgens wordt de kruik gebakken (bisque firing) hetgeen in Capula goed schijnt te gebeuren en degelijke, stevige keramiek schijnt op te leveren.<BR> Deze kruik, evenals veel Capula-aardewerk, is daarna met een trans- parante, dunnen laag glazuur verrijkt, waarna een tweede maal gebakken wordt (glaze firing). Ook de binnenkant is grotendeels geglazuurd, en van de buitenkant is alleen een stukje van de onderkant niet geglazuurd.<BR> Typerend voor het moderne, naoorlogse, Capula-keramiek is dat de bloemblaadjes met een stempel opgebracht worden, in dit geval een stempel die 7 rondjes in een cirkel afdrukt. Vandaar dat de bloemblaadjes wat slordig zijn en vaak uitlopen. De bovenrand van de mondopening is met gele en bruine stippen versierd.<BR> De pottenbakkers van Capula hebben in de 40-er jaren veel regerings- steun gekregen, o.a. technische hulp. Sindsdien hebben de Capula- produkten aanzienlijk aan populariteit gewonnen, o.a. doordat het minder bros is geworden. Maar de decoratie is daartentegen beduidend simpeler geworden, o.a. door het gebruik van stempels.