De dissel bestaat uit drie onderdelen: een handvat, een stenen kling en een vlechtwerkomwikkeling van rotan. Het handvat ("tabè") is gemaakt van een vork van hout ("gua") waarbij het eigenlijke handvat lang en dun is en een hoek van ca. 75 graden maakt met het stuk steel waarop de stenen kling is bevestigd. Bovenop de steel is een sleuf weggesneden waarin de voet van de kling past. De omwikkeling is van gevlochten rotan en, net als de steel, diep rood- bruin geverfd met het sap van een bepaalde boom ("étéré"). Dit sap heeft een beschermende werking. De stenen kling is geïmporteerd vanuit het noordwesten, maar de Bedamini zelf bewerkt. De kling is langwerpig en onregelmatig bewerkt en gepolijst. Aan de onderzijde zijn slijpsporen zichtbaar die veroorzaak zijn door bewerking met een ijzeren vijl.<BR> Dergelijke dissels werden vroeger gebruikt voor het kappen van bomen. Sinds het einde van de 60-er jaren zijn ze vrijwel allemaal vervangen door geïmporteerde ijzeren bijlen. De stenen klingen en de stelen weden alleen door de mannen gemaakt; dissels werden echter door zowel mannen als vrouwen gebruikt.