Ceintuur

Faja, geweven op het heupweefgetouw door Maria Jalpine uit Sta. Anna Zacualpan, van witte fabriekskatoen en blauwe wol. De middenbaan ver- toont een opeenvolging van gestileerde figuren, w.o. dieren en vrouw- tjes. De blauwe scheringdraden vormen het patroon, ze liggen op het wit-katoenen weefsel. De wit-blauwe schering eindigt in een franje, die grotendeels tot twee witte en twee blauwe vlechten verwerkt is, die samengeknoopt, in loshangende lusjes eindigen.<BR> Ook de nrs. 4880-220, 221 zijn op deze manier geweven, maar de uit- werking is grover.

Ceintuur

Faja, geweven op het heupweefgetouw door Maria Jalpine uit Sta. Anna Zacualpan, van witte fabriekskatoen en blauwe wol. De middenbaan ver- toont een opeenvolging van gestileerde figuren, w.o. dieren en vrouw- tjes. De blauwe scheringdraden vormen het patroon, ze liggen op het wit-katoenen weefsel. De wit-blauwe schering eindigt in een franje, die grotendeels tot twee witte en twee blauwe vlechten verwerkt is, die samengeknoopt, in loshangende lusjes eindigen.<BR> Ook de nrs. 4880-220, 221 zijn op deze manier geweven, maar de uit- werking is grover.