Bestaande uit een gebogen plankje, de eigenlijke steun, dat uit donker, hard hout is gemaakt -volgens zeggen is dit het hout van de vesi boom (Intsia bijuga (COLEBR.) O. KTZE.)- en twee poten bestaande uit rechthoekige blokjes van twee verschillende houtsoorten. Het steunplankje is op de poten vastgespijkerd. De ene poot is van donker, vrij hard hout gemaakt, de andere is van een lichtere en zachtere houtsoort.<BR> <BR> In Fiji gebruikte men niet het zachte hoofdkussen zoals in Europa, maar de neksteun. Het hoofd, dat werd beschouwd als het meest heilige deel van het menselijk lichaam mocht niet de onreine grond aanraken waarop gelopen werd met de voeten. Vooral het hoofd van iemand met een hoge status mocht de grond niet raken. Deze neksteunen dienden ook om de ingewikkelde kapsels waar men uren mee bezig was geweest te beschermen. De neksteun werd onder de nek, bij de basis van de schedel of tijdens de zijligging boven de kaak gelegd.