De trom is gemaakt van één stuk hardhout van een vesi boom (Intsia bijuga (COLEBR.) O.KTZE.) dat afkomstig is van Fulaga. Min of meer schuitvormig, zie foto. In het midden bevindt zich een rechthoekig gat van 12 cm. x 7 cm., dat ca. 6 cm. diep is. Bij de beiden uiteinden is een doorboring aangebracht. De beide slaghouten zijn gemaakt van buabua hout (Fagraaea berteriana Gray). Zij zijn vrijwel rond van dwarsdoorsnede en lopen min of meer conisch toe.<BR> <BR> Elke trom, op Fiji "lali" genoemd, wordt bespeeld met twee slagstokken, de "yavayava". Elke trom wordt bespeeld met twee slagstokken. Zijstaan in verhouding tot de grootte van de trom. De slagstokken zijn meestal even groot, maar dat is niet altijd het geval. Veel ritmes bestaan uit harde diepe en zachtere slagen en met twee verschillende slagstokken is dat effect makkelijker te bereiken. Vroeger was de trom bijzonder belangrijk maar zijn betekenis is nu grotendeels verloren gegaan. Hij werd nooit gespeeld zonder een goede reden en elke verschillende situatie had zijn eigen ritme dat direct herkend werd door de bewoners van een dorp. Tegenwoordig wordt hij vooral gebruikt om kerkdiensten en andere bijeenkomsten aan te kondigen. <BR>