Dit object is uit een stuk hout gesneden en diende als masthout om een zeil aan een mast te bevestigen. Aan het ene uiteinde van het voorwerp is een vogelhals en -kop afgebeeld, aan de onderkant van dit deel zit een gat. Het andere uiteinde bestaat uit een vierkant stuk met een penverbinding die in de mast past, en eveneens een gat. Door het gat in de vogelkop wordt het masthout met een touw aan de mast vastgesjord. Door het gat in het vierkante gedeelte loopt een touw waaraan het zeil hangt. Onderaan dit gat zijn slijtage sporen van het touw te herkennen. De maker heette Kubeito. <BR> De plaatsing van het masthout is te herkennen op het bootsmodel, invn. 4593-224. De inventariskaart van het masthout vermeldt echter niet op welk type boot het masthout werd gebruikt. Nadere gegevens over het model ontbreken ook (geen inventariskaart). <BR> Zowel Gerrits (ongepubliceerde documentatie voor Wereldmuseum Rotterdam) als Senft (2009) noemen het masthout, 'kukle' niet in hun beschrijving van een 'masawa', de grote zeevaardige kano die door Trobrianders voor 'kula' tochten werden gebouwd en gebruikt. De voorsteven van het bootsmodel (zie foto) heeft de typische vorm die hoort bij een 'nagega' kano (zie ook invn. 4593-13), ook is het zeil vierkant, in tegenstelling tot het driehoekige zeil van een 'masawa'. Vermoedelijk hoort het masthout dus bij een 'nagega'. 'Nagega' zijn groter en steviger dan 'masawa' kano's. Zij werden vooral in het 'kula' gebied ten oosten van de Eilanden Gawa en Tubetube gebruikt, maar slechts op een aantal plaatsen gemaakt, waaronder Gawa en enkele dorpen op de Woodlark Eilanden (Malinowski 1922:144f.).