Borstdeel van halssieraad

Deze grote sikkelvormige schelpplaat van parelmoer heeft aan de buitenrand een reeks gaatjes waarin Europese kraaltje, schijfjes van schelp en hout, twee Europese knopen en donkere pitten zijn geregen. Ook hangen er twee strengen met kralen aan de buitenrand met aan het uiteinde van de ene streng een stuk parelmoerplaat, aan het andere een stuk (kunst?-) leer. Volgens inventariskaart is de schelp onderdeel van een 'soulava' ketting. Op de achterkant staan namen van mensen die de ketting in hun bezit hebben gehad. <BR> 'Soulava' kettingen bestaan uit een hele lange (2-5m) ketting van zeer kleine en dunne schelpplaatjes (Norick, 1976:165). Op de rug van de drager komen de twee strengen samen aan een grote kauri schelp. Aan deze schelp hangt nog een streng met schelplaatjes, die in een zwarte wilde bananen pit eindigt. Aan de voorkant komen de strengen samen in een groot sikkelvormig stuk schelp dat laag op de borst hoort te hangen. Dit stuk is gemaakt van de zeeslak cassis cornuta. Langs de hele onderrand zijn gaten gemaakt waarin decoratie is bevestigd. Van oudsher bestond de decoratie uit zwarte pitten van de wilde banaan, stukjes parelmoer en 'kaloma' schelpschijfjes. Later werden Westerse kraaltjes en andere zeer diverse materialen ter decoratie gebruikt. <BR> 'Soulava' kettingen zijn samen met 'mwali' armbanden de hoofd ruilobjecten in 'kula'. 'Kula' is een ruilsysteem tussen verschillende eilanden waaraan mannen deelnemen om relaties te leggen en status en faam op te bouwen. De namen op de achterkant van deze ketting verwijzen dus naar mannen die de ketting door 'kula' verworven en weer verder gaven.

Borstdeel van halssieraad

Deze grote sikkelvormige schelpplaat van parelmoer heeft aan de buitenrand een reeks gaatjes waarin Europese kraaltje, schijfjes van schelp en hout, twee Europese knopen en donkere pitten zijn geregen. Ook hangen er twee strengen met kralen aan de buitenrand met aan het uiteinde van de ene streng een stuk parelmoerplaat, aan het andere een stuk (kunst?-) leer. Volgens inventariskaart is de schelp onderdeel van een 'soulava' ketting. Op de achterkant staan namen van mensen die de ketting in hun bezit hebben gehad. <BR> 'Soulava' kettingen bestaan uit een hele lange (2-5m) ketting van zeer kleine en dunne schelpplaatjes (Norick, 1976:165). Op de rug van de drager komen de twee strengen samen aan een grote kauri schelp. Aan deze schelp hangt nog een streng met schelplaatjes, die in een zwarte wilde bananen pit eindigt. Aan de voorkant komen de strengen samen in een groot sikkelvormig stuk schelp dat laag op de borst hoort te hangen. Dit stuk is gemaakt van de zeeslak cassis cornuta. Langs de hele onderrand zijn gaten gemaakt waarin decoratie is bevestigd. Van oudsher bestond de decoratie uit zwarte pitten van de wilde banaan, stukjes parelmoer en 'kaloma' schelpschijfjes. Later werden Westerse kraaltjes en andere zeer diverse materialen ter decoratie gebruikt. <BR> 'Soulava' kettingen zijn samen met 'mwali' armbanden de hoofd ruilobjecten in 'kula'. 'Kula' is een ruilsysteem tussen verschillende eilanden waaraan mannen deelnemen om relaties te leggen en status en faam op te bouwen. De namen op de achterkant van deze ketting verwijzen dus naar mannen die de ketting door 'kula' verworven en weer verder gaven.