iawedona

Deze visvlieger is volgens inventariskaart gemaakt van stroken palmblad die aan elkaar zijn genaaid en in een raamwerk zijn geplaatst. De vlieger is aan de onderkant rond en loopt boven spits toe, in het midden zit een klein gat. Aan de onderkant is een langwerpig blad bevestigd die een soort staart vormt. Hieraan is een dun koord bevestigd. Norick (1976:155:156) beschrijft een vergelijkbare visvlieger, de stroken hiervan zijn echter van kokosnoot vezel en het raamwerk is van dun hout. De middelste spijl van het raamwerk in lengterichting loopt door tot over de staart. Aan de kruising van deze spijl met een dwars spijl is een touw aan een met snijwerk gedecoreerde spoel bevestigd. Aan de uiteinden van de dwars spijlen hangen veervormige bladeren om de vlieger te stabiliseren. <BR> Vissen met een visvlieger is een speciale techniek die op verschillende plaatsen in zuidoostelijk Papoea Nieuw Guinea wordt toegepast voor het vangen van geep, een vis die vlak onder het wateroppervlak leeft en een hele lange spitse kaak heeft. De vlieger wordt vanuit de visserskano in de lucht gehouden. Aan de staart van de vlieger hangt een lange lijn met aan het einde daarvan een bundel van spinnenwebben. Deze bundel wordt met behulp van de vlieger over het wateroppervlak getrokken. Als de geep erin hapt raken zijn tanden in het web verstrikt (Norick 1976:156). <BR> Naast de tuinbouw is vissen van oudsher de meest belangrijke voedselbron op de Trobriand Eilanden. Vanuit aan de kust gelegen dorpen wordt er zowel in de ondiepe lagune als op de rand van het rif en op open water gevist. De vissers van de kustdorpen ruilen de vis tegen tuingewassen met vaste ruilpartners uit de landinwaarts gelegen dorpen (Young 1998:140).

iawedona

Deze visvlieger is volgens inventariskaart gemaakt van stroken palmblad die aan elkaar zijn genaaid en in een raamwerk zijn geplaatst. De vlieger is aan de onderkant rond en loopt boven spits toe, in het midden zit een klein gat. Aan de onderkant is een langwerpig blad bevestigd die een soort staart vormt. Hieraan is een dun koord bevestigd. Norick (1976:155:156) beschrijft een vergelijkbare visvlieger, de stroken hiervan zijn echter van kokosnoot vezel en het raamwerk is van dun hout. De middelste spijl van het raamwerk in lengterichting loopt door tot over de staart. Aan de kruising van deze spijl met een dwars spijl is een touw aan een met snijwerk gedecoreerde spoel bevestigd. Aan de uiteinden van de dwars spijlen hangen veervormige bladeren om de vlieger te stabiliseren. <BR> Vissen met een visvlieger is een speciale techniek die op verschillende plaatsen in zuidoostelijk Papoea Nieuw Guinea wordt toegepast voor het vangen van geep, een vis die vlak onder het wateroppervlak leeft en een hele lange spitse kaak heeft. De vlieger wordt vanuit de visserskano in de lucht gehouden. Aan de staart van de vlieger hangt een lange lijn met aan het einde daarvan een bundel van spinnenwebben. Deze bundel wordt met behulp van de vlieger over het wateroppervlak getrokken. Als de geep erin hapt raken zijn tanden in het web verstrikt (Norick 1976:156). <BR> Naast de tuinbouw is vissen van oudsher de meest belangrijke voedselbron op de Trobriand Eilanden. Vanuit aan de kust gelegen dorpen wordt er zowel in de ondiepe lagune als op de rand van het rif en op open water gevist. De vissers van de kustdorpen ruilen de vis tegen tuingewassen met vaste ruilpartners uit de landinwaarts gelegen dorpen (Young 1998:140).