Handboor

Deze handboor bestaat uit drie onderdelen. Een dunne lange ronde stok met een metalen punt aan een uiteinde, een kleine bol aan het andere uiteinde, en ongeveer 17cm vanaf de punt een omwikkeling van touw. Een ronde schijf met een gat in het midden en een kortere stok met een touwtje dat een lange lus vormt van een uiteinde van de stok naar het andere uiteinde. De lange stok hoort door de schijf gestoken te worden zodat de schijf op de touwomwikkeling rust terwijl de stok met de punt naar beneden vertikaal gehouden wordt. De schijf dient bij het boren als 'vliegwiel'. De lus van de kortere stok wordt in het midden op de bol op de lange stok gebonden en de kortere stok dwars op de lange stok horizontaal gehouden. Bij het boren houdt men beide stokken met een hand op positie. De punt rust op het voorwerp waarin men wil boren. Men geeft het vliegwiel een draai waardoor de lus zich om de lange stok wikkelt en de korte stok omhoog gaat. Door de korte stok op en neer te bewegen langs de lange stok wikkelt de lus zich steeds op en weer af en houdt de lange stok draaiende. Met de vrije hand kan men het object dat men wil doorboren, bijvoorbeeld een schelpschijf vast houden. Zie ook Norick (1976:97) en foto in: Malnic (1998:86). De maker van deze boor heette Taudoga.

Handboor

Deze handboor bestaat uit drie onderdelen. Een dunne lange ronde stok met een metalen punt aan een uiteinde, een kleine bol aan het andere uiteinde, en ongeveer 17cm vanaf de punt een omwikkeling van touw. Een ronde schijf met een gat in het midden en een kortere stok met een touwtje dat een lange lus vormt van een uiteinde van de stok naar het andere uiteinde. De lange stok hoort door de schijf gestoken te worden zodat de schijf op de touwomwikkeling rust terwijl de stok met de punt naar beneden vertikaal gehouden wordt. De schijf dient bij het boren als 'vliegwiel'. De lus van de kortere stok wordt in het midden op de bol op de lange stok gebonden en de kortere stok dwars op de lange stok horizontaal gehouden. Bij het boren houdt men beide stokken met een hand op positie. De punt rust op het voorwerp waarin men wil boren. Men geeft het vliegwiel een draai waardoor de lus zich om de lange stok wikkelt en de korte stok omhoog gaat. Door de korte stok op en neer te bewegen langs de lange stok wikkelt de lus zich steeds op en weer af en houdt de lange stok draaiende. Met de vrije hand kan men het object dat men wil doorboren, bijvoorbeeld een schelpschijf vast houden. Zie ook Norick (1976:97) en foto in: Malnic (1998:86). De maker van deze boor heette Taudoga.