Onderste horizontale plank van de voorgevel van een huis

Deze gesneden en beschilderde plank vormde de onderrand van de voorgevel van een huis van een vooraanstaande man, vermoedelijk het dorpshoofd. Alleen vooraanstaande mannen uit bepaalde vooraanstaande families mogen hun huizen en yamhuizen decoreren. Het langgerekte centrale motief heet 'siwai', inktvis. De ovaalvormige vulmotieven heten 'pempem' boon. De twee slangen aan de zijkanten heten 'muata', slang (spelling Gerrits: 'moeata', beschrijving Gerrits). De houtsnijder van deze plank heette Kascheda en was al overleden toen het stuk werd verworven. De specifieke betekenis van de verschillende decoratieve elementen is niet eenduidig bekend. Over het algemeen verwijzen de decoraties op een huis/yamhuis naar eigenschappen van een goed leider, dwingen zij respect af, verwijzen naar (vroegere) voorrechten en naar de specifieke familie. <BR> Aan een lange zijde, de bovenkant, bevinden zich gaten. Hierin worden de verticale stokken van de gevel constructie geplaatst. Onder de plank horen rijen schelpen ('buna', kaurie schelp) te hangen (zie 4593-3/3a). Het aantal rijen verwijst naar de rang van de familie. Behalve de gebruikelijke kleuren rood, zwart en wit, is er volgens de inventariskaart op deze plank ook blauwe verf gebruikt.

Onderste horizontale plank van de voorgevel van een huis

Deze gesneden en beschilderde plank vormde de onderrand van de voorgevel van een huis van een vooraanstaande man, vermoedelijk het dorpshoofd. Alleen vooraanstaande mannen uit bepaalde vooraanstaande families mogen hun huizen en yamhuizen decoreren. Het langgerekte centrale motief heet 'siwai', inktvis. De ovaalvormige vulmotieven heten 'pempem' boon. De twee slangen aan de zijkanten heten 'muata', slang (spelling Gerrits: 'moeata', beschrijving Gerrits). De houtsnijder van deze plank heette Kascheda en was al overleden toen het stuk werd verworven. De specifieke betekenis van de verschillende decoratieve elementen is niet eenduidig bekend. Over het algemeen verwijzen de decoraties op een huis/yamhuis naar eigenschappen van een goed leider, dwingen zij respect af, verwijzen naar (vroegere) voorrechten en naar de specifieke familie. <BR> Aan een lange zijde, de bovenkant, bevinden zich gaten. Hierin worden de verticale stokken van de gevel constructie geplaatst. Onder de plank horen rijen schelpen ('buna', kaurie schelp) te hangen (zie 4593-3/3a). Het aantal rijen verwijst naar de rang van de familie. Behalve de gebruikelijke kleuren rood, zwart en wit, is er volgens de inventariskaart op deze plank ook blauwe verf gebruikt.