Sjabloon

Van blad gemaakt - dat voivoi genoemd wordt -, nagenoeg rechthoekig. Het figuur is ontstaan door uitsnijding. Voor het patroon zie de foto's. <BR> Het schabloon wordt op het te ornamenteren vlak van de tapa gelegd dat hierdoor gedeeltelijk wordt bedekt. Hierna wordt het opengewerkte gedeelte met kleurstof bestreken. Het opengewerkte patroon wordt zo in kleur op de naturel ondergrond van de tapa overgebracht. Het met sjabloon 4518-53d gevormde patroon wordt in zijn geheel drau ni vono, vono bladeren genoemd.<BR> <BR> Vutu- en bananenbladeren vormden, voordat materiaal van Westerse makelij voorradig was, de grondstof voor het maken van "draudrau" (de naam "draudrau" betekent: blad). Bladeren worden tegenwoordig niet veel meer gebruikt voor het maken van sjablonen omdat ze snel slijten en dan weer moeten worden vervangen. Tegenwoordig geeft men de voorkeur aan materialen van westerse makelij zoals papier en plastic.<BR> <BR> Bij het sjabloneren wordt de tapa op een vlakke, houten ondergrond neergelegd. Het sjabloon wordt op een wit deel van de tapa gelegd waardoor een gedeelte van het vlak afgeschermd wordt. Vervolgens wordt er over de openingen, op de randen en om het sjabloon heen kleurstof gewreven. Het patroon dat ontstaat, wordt bepaald door de vorm van en de openingen in het sjabloon. Opmerkelijk is dat, na het uitspreiden van de ongekleurde tapa op de houten ondergrond, direct begonnen wordt met het aanbrengen van reeksen sjabloonpatronen. Het maken van een vlakverdeling door middel van lijnen, vouwen of anderszins, is dus voor de compositie van het patroon niet nodig. Het is blijkbaar al tot in details in het hoofd van de maakster aanwezig!<BR> <BR> Het versieringspatroon dat op de boombastdoek wordt aangebracht, is voor een groot deel samengesteld uit reeksen van zich herhalende motieven, die met behulp van sjablonen worden opgebracht. Daarnaast komen ook alleenstaande motieven voor. De motieven zijn voor het overgrote deel traditioneel. Elk motief heeft zijn eigen naam. Die traditionele motieven worden telkens weer nagemaakt. Men hoeft dan ook niet eerst nog een schets te maken. De meeste tapamaaksters kunnen dit zelf doen door het oude, versleten sjabloon op de filmplaat te leggen en langs de randen van de openingen, de oude sjabloonfiguren in het nieuwe materiaal uit te snijden. Wanneer men echter nieuwe sjabloonvormen wil hebben - in vele gevallen variaties van bestaande figuren -, dan wordt de hulp ingeroepen van een van de twee vrouwen die experts zijn op dit gebied. Zij snijden zelfs de meest ingewikkelde figuren geheel "uit het hoofd", zonder gebruik te maken van voorbeelden, schetsen of potloodlijnen. Fiji is het enige gebied in Oceanië waarin bij het maken van tapa's dergelijke sjablonen gebruikt worden.<BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR>

Sjabloon

Van blad gemaakt - dat voivoi genoemd wordt -, nagenoeg rechthoekig. Het figuur is ontstaan door uitsnijding. Voor het patroon zie de foto's. <BR> Het schabloon wordt op het te ornamenteren vlak van de tapa gelegd dat hierdoor gedeeltelijk wordt bedekt. Hierna wordt het opengewerkte gedeelte met kleurstof bestreken. Het opengewerkte patroon wordt zo in kleur op de naturel ondergrond van de tapa overgebracht. Het met sjabloon 4518-53d gevormde patroon wordt in zijn geheel drau ni vono, vono bladeren genoemd.<BR> <BR> Vutu- en bananenbladeren vormden, voordat materiaal van Westerse makelij voorradig was, de grondstof voor het maken van "draudrau" (de naam "draudrau" betekent: blad). Bladeren worden tegenwoordig niet veel meer gebruikt voor het maken van sjablonen omdat ze snel slijten en dan weer moeten worden vervangen. Tegenwoordig geeft men de voorkeur aan materialen van westerse makelij zoals papier en plastic.<BR> <BR> Bij het sjabloneren wordt de tapa op een vlakke, houten ondergrond neergelegd. Het sjabloon wordt op een wit deel van de tapa gelegd waardoor een gedeelte van het vlak afgeschermd wordt. Vervolgens wordt er over de openingen, op de randen en om het sjabloon heen kleurstof gewreven. Het patroon dat ontstaat, wordt bepaald door de vorm van en de openingen in het sjabloon. Opmerkelijk is dat, na het uitspreiden van de ongekleurde tapa op de houten ondergrond, direct begonnen wordt met het aanbrengen van reeksen sjabloonpatronen. Het maken van een vlakverdeling door middel van lijnen, vouwen of anderszins, is dus voor de compositie van het patroon niet nodig. Het is blijkbaar al tot in details in het hoofd van de maakster aanwezig!<BR> <BR> Het versieringspatroon dat op de boombastdoek wordt aangebracht, is voor een groot deel samengesteld uit reeksen van zich herhalende motieven, die met behulp van sjablonen worden opgebracht. Daarnaast komen ook alleenstaande motieven voor. De motieven zijn voor het overgrote deel traditioneel. Elk motief heeft zijn eigen naam. Die traditionele motieven worden telkens weer nagemaakt. Men hoeft dan ook niet eerst nog een schets te maken. De meeste tapamaaksters kunnen dit zelf doen door het oude, versleten sjabloon op de filmplaat te leggen en langs de randen van de openingen, de oude sjabloonfiguren in het nieuwe materiaal uit te snijden. Wanneer men echter nieuwe sjabloonvormen wil hebben - in vele gevallen variaties van bestaande figuren -, dan wordt de hulp ingeroepen van een van de twee vrouwen die experts zijn op dit gebied. Zij snijden zelfs de meest ingewikkelde figuren geheel "uit het hoofd", zonder gebruik te maken van voorbeelden, schetsen of potloodlijnen. Fiji is het enige gebied in Oceanië waarin bij het maken van tapa's dergelijke sjablonen gebruikt worden.<BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR>