Huipil

Kinderhuipil gemaakt van twee banen witte katoen, geweven op een heupweefgetouw. De twee lappen, 38 cm. en 12 cm. breed en 132 cm. lang, zijn met een grove overhandse steek aan elkaar gezet, dubbel- gevouwen en de zijkant over een hoogte van slechts 19 cm. dichtge- maakt. De brede lap heeft aan één zelfkant en op een derde van de breedte vanaf de andere zelfkant een ingeweven indigoblauwe verticale streep van 2,5-3 cm. B.. De laatste streep suggereert de tweede blauwe zelfkant zoals die op de "volwassen" huipil van drie banen te zien zou zijn. Beide lappen zijn over de gehele lengte versierd met ingeweven banden van 2,5 cm. B., met daartussen onversierde witte "strepen" van ongelijke breedte. Deze banden, in brokaattechniek meegeweven, hebben een opvulling van rode kunstzijde, en een randje aan boven- en onderkant van ingeweven rood katoen. Versiering van de banden door gebruik van beetjes geel, groen, roze en oranje wol of kunstzijde. De motieven zijn schuine strepen (keper), verticale strepen en ruiten tussen zandlopervorm. Aan de achterzijde bovendien twee afwijkende banden met een motief van driehoekjes die verspringend met de basis aan elkaar zijn bevestigd. Verder naar beneden een motief gelijkend op een vrouwtje met een brede hoofdtooi, steeds een rode afgewisseld met een tweekleurige (beide motieven zijn te zien op p. 313, afb. 236, op de huipil van de vrouw links).<BR> Op het middenstuk is op borst en rug de typische band geweven: tussen twee randen met ruit/zandloper motief een brede- met een in elkaar grijpende verticale visgraat patroon, (B. 7,5 cm.).<BR> De uitgelubberde "remate" (sluitstuk van het weefsel bij de voorge- weven zelfkant), is versierd met een geborduurde streep van roze en oranje wol, in een steek die het effect geeft van een vlecht.<BR> De uitgeknipte ronde hals is met een rolzoompje afgewerkt.<BR> Deze meisjeshuipil wordt met een overeenkomstig wikkelrokje gedra- gen.<BR> Het werd op 14 maart 1971 gekocht voor 50 pesos = fl. 15,-- op de markt van Putla.

Huipil

Kinderhuipil gemaakt van twee banen witte katoen, geweven op een heupweefgetouw. De twee lappen, 38 cm. en 12 cm. breed en 132 cm. lang, zijn met een grove overhandse steek aan elkaar gezet, dubbel- gevouwen en de zijkant over een hoogte van slechts 19 cm. dichtge- maakt. De brede lap heeft aan één zelfkant en op een derde van de breedte vanaf de andere zelfkant een ingeweven indigoblauwe verticale streep van 2,5-3 cm. B.. De laatste streep suggereert de tweede blauwe zelfkant zoals die op de "volwassen" huipil van drie banen te zien zou zijn. Beide lappen zijn over de gehele lengte versierd met ingeweven banden van 2,5 cm. B., met daartussen onversierde witte "strepen" van ongelijke breedte. Deze banden, in brokaattechniek meegeweven, hebben een opvulling van rode kunstzijde, en een randje aan boven- en onderkant van ingeweven rood katoen. Versiering van de banden door gebruik van beetjes geel, groen, roze en oranje wol of kunstzijde. De motieven zijn schuine strepen (keper), verticale strepen en ruiten tussen zandlopervorm. Aan de achterzijde bovendien twee afwijkende banden met een motief van driehoekjes die verspringend met de basis aan elkaar zijn bevestigd. Verder naar beneden een motief gelijkend op een vrouwtje met een brede hoofdtooi, steeds een rode afgewisseld met een tweekleurige (beide motieven zijn te zien op p. 313, afb. 236, op de huipil van de vrouw links).<BR> Op het middenstuk is op borst en rug de typische band geweven: tussen twee randen met ruit/zandloper motief een brede- met een in elkaar grijpende verticale visgraat patroon, (B. 7,5 cm.).<BR> De uitgelubberde "remate" (sluitstuk van het weefsel bij de voorge- weven zelfkant), is versierd met een geborduurde streep van roze en oranje wol, in een steek die het effect geeft van een vlecht.<BR> De uitgeknipte ronde hals is met een rolzoompje afgewerkt.<BR> Deze meisjeshuipil wordt met een overeenkomstig wikkelrokje gedra- gen.<BR> Het werd op 14 maart 1971 gekocht voor 50 pesos = fl. 15,-- op de markt van Putla.