Huipil

Huipil van op een heupweefgetouw in panamabinding (2-draads) geweven ongebleekte katoenen draden.<BR> Bestaande uit twee lappen van 153 cm. lang en 33 cm. breed, die in een soort ketting/zigzagsteek aan elkaar zijn gezet met verschillende kleu- ren wol (acryl) met openlating van 28 cm. als halsopening, de zijkanten geheel open gelaten.<BR> Beide helften zijn ter hoogte van de halsopening bewerkt met een in brokaattechniek ingeweven noppenweefsel (inslagdraad wordt over een stokje gelegd waardoor de "lusjes" achterblijven). De versiering is sy- metgrisch maar de afmetingen van de beide apart geweven lappen wer- den niet geheel op elkaar afgestemd: enerzijds banden van 5 cm., anderzijds van 5 cm.. Langs de hals is een verticale zigzagband gewe- ven, waarbij de driehoeken werden opgevuld in afwisselend groen, oranje en roze acryl (B. 5 cm.). Over de schouders (horizontaal) lopen vier identieke banden in ruitmotief, oranje en donkergroen tegen een overheersend donkerrode achtergrond. Onder de banden is een rij van vier X-vormige kruisen in donkerrood, versierd met gekleurde vierkant- jes, geweven (H. 3 resp. 4 cm.).<BR> Over de gehele breedte van het brokaatweefsel zijn de zelfkanten met een dichte festonsteek in donkerrood afgewerkt.<BR> De huipil wordt in de donkerblauwe katoenen wikkelrok gedragen, met een gordel.<BR> (Zie ook serienr.: 27a, 27b en 27c. Men draagt ook een witte wollen huipil, zie lit. afb. 257).<BR> Gekocht in een winkel aan de Calle Guadelupe in Huistán op 22 februari 1971 voor 80 pesos = fl. 24,--.

Huipil

Huipil van op een heupweefgetouw in panamabinding (2-draads) geweven ongebleekte katoenen draden.<BR> Bestaande uit twee lappen van 153 cm. lang en 33 cm. breed, die in een soort ketting/zigzagsteek aan elkaar zijn gezet met verschillende kleu- ren wol (acryl) met openlating van 28 cm. als halsopening, de zijkanten geheel open gelaten.<BR> Beide helften zijn ter hoogte van de halsopening bewerkt met een in brokaattechniek ingeweven noppenweefsel (inslagdraad wordt over een stokje gelegd waardoor de "lusjes" achterblijven). De versiering is sy- metgrisch maar de afmetingen van de beide apart geweven lappen wer- den niet geheel op elkaar afgestemd: enerzijds banden van 5 cm., anderzijds van 5 cm.. Langs de hals is een verticale zigzagband gewe- ven, waarbij de driehoeken werden opgevuld in afwisselend groen, oranje en roze acryl (B. 5 cm.). Over de schouders (horizontaal) lopen vier identieke banden in ruitmotief, oranje en donkergroen tegen een overheersend donkerrode achtergrond. Onder de banden is een rij van vier X-vormige kruisen in donkerrood, versierd met gekleurde vierkant- jes, geweven (H. 3 resp. 4 cm.).<BR> Over de gehele breedte van het brokaatweefsel zijn de zelfkanten met een dichte festonsteek in donkerrood afgewerkt.<BR> De huipil wordt in de donkerblauwe katoenen wikkelrok gedragen, met een gordel.<BR> (Zie ook serienr.: 27a, 27b en 27c. Men draagt ook een witte wollen huipil, zie lit. afb. 257).<BR> Gekocht in een winkel aan de Calle Guadelupe in Huistán op 22 februari 1971 voor 80 pesos = fl. 24,--.