Eetbak

Deze ellipsvormige bak is gemaakt in de stijl van de "Tami"-bakken. Gebruikt exemplaar. Hij is uit één stuk hout gesneden en heeft een bruin-zwarte kleur. De bovenrand van de zijwanden heeft in het midden een uitstekend gedeelte dat met enkele ingesneden lijnen is versierd. Op de beide zijwanden een vrijwel identieke versiering van ingesneden ornamenten, gedeeltelijk in reliëf. Deze ingesneden lijnen zijn met kalk opgevuld. Deze ornamentiek stelt het volgende voor: in het midden een groot schelpen borstsieraad. Geflankeerd door: 2 x de landslang (een kleine zwarte slang) overgaand (= etend) in een grote hagedis. In de Siassi-taal heten deze ornamenten: de slang = silkayaw; de hagedis = pareeuw; het borstsieraad = iyar. De schaal zelf heet "on" (in de Kilenge taal: Nativéla). Op de bodem een ellipsvormig teken, vermoedelijk een soort van handelsmerk, het embleem van de familiegroep waartoe de maker behoort. De schaal vormt een onderdeel van de bruidsschat. Deze voedselschaal is gemaakt op het eiland Mandok, een eiland in de Siassi-groep.<BR> <BR> Etensbakken als het getoonde exemplaar spelen bij de volkeren op westelijk Nieuw-Brittannië een rol bij overlijdensfeesten. Bij die feesten vindt op het hoogtepunt een varkensdistributie plaats. Degenen die varkens ontvangen, krijgen ook taro, areca en tabak in deze bakken aangereikt. Bij een andere ceremonie, die plaatsvindt na het overlijden van iemand met sociale status, worden voedselbakken door de meest verantwoordelijke verwant van de overledene uitgedeeld aan die mensen, waaraan men later een bijdrage in schelpengeld wordt gevraagd. Het schelpengeld (zie RMV 5884-88) wordt aangeboden aan de verwanten van moederszijde van de overledene. Soms worden er wel dertig etensbakken uitgereikt, een aantal dat normaal in de dorpsgemeenschap niet te vinden zou zijn aangezien het niet om gebruiksvoorwerpen, maar om ceremoniële voorwerpen gaat. Nog een reden waarom de vraag naar zulke etensbakken groot is, is dat ze, naast schelpengeld, een noodzakelijk onderdeel vormen van de bruidsprijs. Soms geeft men wel twintig schotels af. Omdat men op de noordwestkust van Nieuw-Brittannië vaak over de dorps en stamgrenzen heen trouwt, verhuizen de etensbakken steeds verder in oostelijke richting, totdat zij uiteindelijk uit het economisch systeem verdwijnen.<BR>

Eetbak

Deze ellipsvormige bak is gemaakt in de stijl van de "Tami"-bakken. Gebruikt exemplaar. Hij is uit één stuk hout gesneden en heeft een bruin-zwarte kleur. De bovenrand van de zijwanden heeft in het midden een uitstekend gedeelte dat met enkele ingesneden lijnen is versierd. Op de beide zijwanden een vrijwel identieke versiering van ingesneden ornamenten, gedeeltelijk in reliëf. Deze ingesneden lijnen zijn met kalk opgevuld. Deze ornamentiek stelt het volgende voor: in het midden een groot schelpen borstsieraad. Geflankeerd door: 2 x de landslang (een kleine zwarte slang) overgaand (= etend) in een grote hagedis. In de Siassi-taal heten deze ornamenten: de slang = silkayaw; de hagedis = pareeuw; het borstsieraad = iyar. De schaal zelf heet "on" (in de Kilenge taal: Nativéla). Op de bodem een ellipsvormig teken, vermoedelijk een soort van handelsmerk, het embleem van de familiegroep waartoe de maker behoort. De schaal vormt een onderdeel van de bruidsschat. Deze voedselschaal is gemaakt op het eiland Mandok, een eiland in de Siassi-groep.<BR> <BR> Etensbakken als het getoonde exemplaar spelen bij de volkeren op westelijk Nieuw-Brittannië een rol bij overlijdensfeesten. Bij die feesten vindt op het hoogtepunt een varkensdistributie plaats. Degenen die varkens ontvangen, krijgen ook taro, areca en tabak in deze bakken aangereikt. Bij een andere ceremonie, die plaatsvindt na het overlijden van iemand met sociale status, worden voedselbakken door de meest verantwoordelijke verwant van de overledene uitgedeeld aan die mensen, waaraan men later een bijdrage in schelpengeld wordt gevraagd. Het schelpengeld (zie RMV 5884-88) wordt aangeboden aan de verwanten van moederszijde van de overledene. Soms worden er wel dertig etensbakken uitgereikt, een aantal dat normaal in de dorpsgemeenschap niet te vinden zou zijn aangezien het niet om gebruiksvoorwerpen, maar om ceremoniële voorwerpen gaat. Nog een reden waarom de vraag naar zulke etensbakken groot is, is dat ze, naast schelpengeld, een noodzakelijk onderdeel vormen van de bruidsprijs. Soms geeft men wel twintig schotels af. Omdat men op de noordwestkust van Nieuw-Brittannië vaak over de dorps en stamgrenzen heen trouwt, verhuizen de etensbakken steeds verder in oostelijke richting, totdat zij uiteindelijk uit het economisch systeem verdwijnen.<BR>