Trom

Uit één stuk hout gesneden. Zandlopervormig. Zonder slagvel. Grote spleet in lengterichting van de onderste helft. Veel kleinere barsten die men d.m.v. teeraanhechtingen (voornamelijk aan de binnenzijde) voor verder splijten heeft proberen te verhoeden. Het trommellichaam boven en onder de greep is roodbruin van kleur; vermoedelijk met het sap van een bepaalde boom besmeerd. Tegenover de greep een ajour uitgesneden uitstekend gedeelte, bestaande uit een gekartelde rand en twee boogvormige gedeelten rustend op drie cirkels. Op het middengedeelte van de trommel een versiering van ingesneden ornamenten, grijszwart van kleur met kalk in de groeven. Deze ornamenten zijn ontleend aan de schildpadarmbanden (nasavoi). Over de lengterichting van deze ornamentatie aan de ene kant 2 kronkelende en met de staarten in elkaar hakende slangen, uitgesneden en reliëf; aan de andere zijde 7 voedselschalen. Aan onder- en bovenkant strekt zich vanuit het middendeel een langwerpig en puntig motief uit dat in totaal 8 x voorkomt.<BR> <BR> Deze trom in de vorm van een zandloper wordt in verschillende delen van Nieuw- Guinea bespeeld. Het trommelvel kan gemaakt worden van reptielen- of buideldierhuid, afhankelijk van het gebied waar hij gemaakt wordt. Met de ene hand wordt trom vastgehouden, gewoonlijk bij het handvat in het midden, en met de andere wordt hij bespeeld. Dit instrument begeleidt de zanger. Wanneer een groep zingt wordt elke zanger door één trom begeleid.

Trom

Uit één stuk hout gesneden. Zandlopervormig. Zonder slagvel. Grote spleet in lengterichting van de onderste helft. Veel kleinere barsten die men d.m.v. teeraanhechtingen (voornamelijk aan de binnenzijde) voor verder splijten heeft proberen te verhoeden. Het trommellichaam boven en onder de greep is roodbruin van kleur; vermoedelijk met het sap van een bepaalde boom besmeerd. Tegenover de greep een ajour uitgesneden uitstekend gedeelte, bestaande uit een gekartelde rand en twee boogvormige gedeelten rustend op drie cirkels. Op het middengedeelte van de trommel een versiering van ingesneden ornamenten, grijszwart van kleur met kalk in de groeven. Deze ornamenten zijn ontleend aan de schildpadarmbanden (nasavoi). Over de lengterichting van deze ornamentatie aan de ene kant 2 kronkelende en met de staarten in elkaar hakende slangen, uitgesneden en reliëf; aan de andere zijde 7 voedselschalen. Aan onder- en bovenkant strekt zich vanuit het middendeel een langwerpig en puntig motief uit dat in totaal 8 x voorkomt.<BR> <BR> Deze trom in de vorm van een zandloper wordt in verschillende delen van Nieuw- Guinea bespeeld. Het trommelvel kan gemaakt worden van reptielen- of buideldierhuid, afhankelijk van het gebied waar hij gemaakt wordt. Met de ene hand wordt trom vastgehouden, gewoonlijk bij het handvat in het midden, en met de andere wordt hij bespeeld. Dit instrument begeleidt de zanger. Wanneer een groep zingt wordt elke zanger door één trom begeleid.