Uit één stuk hout gesneden. Bruin, lepelvormig gedeelte en steel met zwarte kleurstof bedekt. In de groeven witte kalk. Het lepelvormige gedeelte is aan voorzijde, zijkanten en achterkant met ingesneden ornamenten versierd. Boven dit gedeelte een Janusfiguur vanaf het middel, met volkomen identiek gevormde hoofden en armen met tweevingerige handen. Naturalistische oren. De steel wordt bekroond door een Janusfiguur in Tami-stijl met zijwaarts geplaatste ogen en snuitvormig gezicht, brede schouders en armen met drievingerige handen die zich vastgrijpen aan de vleugeluit-einden van een vogel, welke zich bevindt op de plaats van de geslachtsdelen. Staart of (indien de vogel ook een Janusfiguur is) kop afgebroken. Tegenstelling onderste en bovenste figuur: bovenste figuur is nog in de traditionele Tami-stijl gesneden. De onderste figuur is al 'moderner' gesneden, d.w.z. naturalistischer, dit geldt vooral voor romp, armen en oren; ogen, neus en mond daaren-tegen zijn nog gesneden in de stijl van de nausang-maskers.<BR> <BR> Opscheplepels van dit type werden uitsluitend gebruikt bij de belangrijkste feesten. Een mengsel van gestampte taro en kokosnoten met enige toegevoegde olie, drijvend in kokosmelk, wordt met deze lepels in grotere bakken geroerd en van daaruit opgeschept. Het voedsel wordt genuttigd in kleinere bakken zoals RMV 1120-1. Bij veel ceremoniële roerscheppen is tussen de lepel en de steel een nausanghoofd uitgesneden -soms twee. Af en toe is er ook bovenop de steel een figuur uitgesneden. De associatie van nausang met de slang, of in het algemeen met mythologisch belangrijke dieren, wordt incidenteel op taro roerspanen en opscheplepels afgebeeld.<BR>