Een standaard type boog van een enkele staaf rood hout ('uirapiranga' Lat. Brosimum paraense) met een bijna platte doorsnede en rechthoekig van vorm: <BR> De vorm van de uiteinden van de boog, waar de pees aan bevestigd wordt, is puntig met aan beide zijden schouders:<BR> Het midden gedeelte is omwonden met lianen ('timbo assu' Lat. Philodendron imbe) afwisselend bruin en beige, In dit midden gedeelte zijn, boven en onder, blauwe donsveertjes (van de Ara Macao) gestoken. Aan deze boog is Europees touw bevestigd als pees, vroeger werden daar vezels van ananasblad ('caraua' Lat. Aanas sativum) voor gebruikt.<BR> De boog wordt gemaakt van vers hout. Om uitdroging te voorkomen tijdens het maakproces wordt het hout óf ingevet met was. Er wordt palmnotenolie gebruikt om de boog te vormen. De knopen waarmee de pees is bevestigd zijn meestal niet authentiek meer, omdat ze in het museum vaak opnieuw zijn vastgemaakt. Het is daarom niet te achter- halen welke techniek daarvoor is toegepast.<BR> De boog wordt door mannen gemaakt en gebruikt. De Urubu-indianen 'verbergen' dit vervaardigingsproces voor geesten, 'spirits' en vrouwen. Ze maken het in de jungle waarna het in bladeren wordt gerold en in het rieten dak van het huis wordt gestopt. De boog is een symbool van mannelijkheid. In tegenstelling tot de knots (zie nr.: 4016-191), een oorlogswapen, wordt de boog beschouwd als jachtwapen en heeft zodoende zowel een sociale als een biologische funktie.<BR> Samen met de pijl heeft de boog een algemene symbolische waarde van agressiviteit.