Armband

Twee identieke armbanden waar aan een touwtje van plantaardig materiaal gele staartpennen en rode donsveertjes geknoopt zijn. Bij deze techniek van het verwerken van veren worden de spoelen van de veren om een dun touwtje gevouwen, en onderling worden de spoelen d.m.v. knopen vastgezet met een tweede touwtje. De knoop ziet er aan de voor- kant uit als een kruis; aan de achterkant zijn twee horizontale, onder elkaar liggende strepen te zien. Bij het maken van de knoop komt het touwtje van rechts, gaat voorlangs schuin naar linksbeneden en naar achteren, komt rechtsonder naar voren en gaat dan diagonaal naar links- boven, naar achteren, komt rechtsboven naar voren en gaat dan links onder de diagonaal door. De spoelen van de gele veren zijn niet onder- ling verbonden, die van de rode veertjes wel. Eén van de armbanden heeft aan de uiteinden zwarte kraaltjes, de andere heeft touwtjes aan de uiteinden.<BR> Een indiaanse man is zittend bezig met de vervaardiging van dit sieraad.<BR> Als basis dient het touwtje, horizontaal gespannen tussen twee stokken die aan de buitenkant van zijn benen in de grond gestoken staan (zie dianr.: 453-56).<BR> De roden donsveertjes zijn van de Ara macao, de gele staartpennen van de Psarocolius decumanus. Het touwtje is van de carauá (Ananas sativum).<BR> Het is een sieraad wat door mannen gemaakt, en door hen alleen gedra- gen wordt, om de bovenarm. Het is een sieraad wat alleen tijdens bepaalde ceremoniën gedragen wordt. Dat alleen de mannen het mogen dragen komt door de gele veren. Geel is de kleur van de zon, en dus van de cultuurheld Mair. Alleen mannen mogen zich daarmee identificeren. Het touwtje kan gemaakt zijn door meisjes tijdens een periode van af- zondering bij hun initiatie. In die periode maken ze zulke touwtjes die bij terugkomst in het dorp onder de mensen worden verspreid.

Armband

Twee identieke armbanden waar aan een touwtje van plantaardig materiaal gele staartpennen en rode donsveertjes geknoopt zijn. Bij deze techniek van het verwerken van veren worden de spoelen van de veren om een dun touwtje gevouwen, en onderling worden de spoelen d.m.v. knopen vastgezet met een tweede touwtje. De knoop ziet er aan de voor- kant uit als een kruis; aan de achterkant zijn twee horizontale, onder elkaar liggende strepen te zien. Bij het maken van de knoop komt het touwtje van rechts, gaat voorlangs schuin naar linksbeneden en naar achteren, komt rechtsonder naar voren en gaat dan diagonaal naar links- boven, naar achteren, komt rechtsboven naar voren en gaat dan links onder de diagonaal door. De spoelen van de gele veren zijn niet onder- ling verbonden, die van de rode veertjes wel. Eén van de armbanden heeft aan de uiteinden zwarte kraaltjes, de andere heeft touwtjes aan de uiteinden.<BR> Een indiaanse man is zittend bezig met de vervaardiging van dit sieraad.<BR> Als basis dient het touwtje, horizontaal gespannen tussen twee stokken die aan de buitenkant van zijn benen in de grond gestoken staan (zie dianr.: 453-56).<BR> De roden donsveertjes zijn van de Ara macao, de gele staartpennen van de Psarocolius decumanus. Het touwtje is van de carauá (Ananas sativum).<BR> Het is een sieraad wat door mannen gemaakt, en door hen alleen gedra- gen wordt, om de bovenarm. Het is een sieraad wat alleen tijdens bepaalde ceremoniën gedragen wordt. Dat alleen de mannen het mogen dragen komt door de gele veren. Geel is de kleur van de zon, en dus van de cultuurheld Mair. Alleen mannen mogen zich daarmee identificeren. Het touwtje kan gemaakt zijn door meisjes tijdens een periode van af- zondering bij hun initiatie. In die periode maken ze zulke touwtjes die bij terugkomst in het dorp onder de mensen worden verspreid.