Beschilderde aardewerken kruik

Deze kruik dient om water koel te houden en uit te schenken. De bewoners van een huis hebben over het algemeen een gemeenschappelijke kruik waaruit water of melk wordt geschonken in kopjes of kommetjes. <BR> <BR> De aangebrachte motieven zijn kenmerkend voor Berberaardewerk, nl. geometrische patronen gevormd uit driehoeken, vierkanten, ronde vormen, banden en lijnen. Deze geometrische patronen hebben vaak een magisch-religieuze betekenis. <BR> <BR> Het voorwerp komt vermoedelijk uit de plaats Maatkas. Dit is een van de bekendste plaatsen in Kabylië (Algerije) waar aardewerk met de hand wordt vervaardigd.<BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Deze kruik is door vrouwen met de hand gemaakt. Het procedé is als volgt: witte, rode of okerkleurige klei of hergebruikte aardewerken scherven wordt fijngestampt en met water tot een massa gekneed. Het modelleren wordt gedaan op een platte ronde steen of houten plaatje als ondergrond waarop de bodem van het voorwerpen wordt gevormd. Met rollen klei worden laagjes van het voorwerp opgebouwd. Bij het vormen gebruikt men als steun een houten kam of een scheplepel. Als het voorwerp gevormd, worden de tuitjes en oortjes aangebracht. Vervolgens wordt het voorwerp met de hand of met een houten lepel of stuk leer gepolijst. Daarna wordt het in de lucht gedroogd en ook in de buitenlucht oven gebakken. Voor dat de decoratie wordt aangebracht, wordt het oppervlakte van het voorwerp met een steen gladder gemaakt (opgewreven), daarna begint het verven. Eerst wordt de bodem met behulp van een lapje leer, stukje stof of stukje wol geverfd. Na droging gebruikt men een zelfgemaakt kwastje van dierenhaar om het aardewerk met diverse motieven te beschilderen. Tenslotte bakt men het voorwerp opnieuw in de oven zodat de kleurstof blijft zitten. Het hele werkproces vindt buitenshuis plaats.<BR> <BR> In Maatkas wordt aardewerk door vrouwen vervaardigd voor eigen huishoudelijk gebruik. Klei wordt wel gezien als de bron van het leven en men ziet een analogie met de vrouw die baart en het leven schenkt. Door haar vruchtbaarheid ontstaat een symbiose tussen de vrouw en de aarde (Fayole, 1995, pp. 22-24). De productie van dergelijk aardewerk was tot midden 20ste eeuw een algemene bezigheid in Kabylië. De traditie in de regio was dat aardewerken voorwerpen eenmaal per jaar werden gemaakt, aan het einde van de lente / begin van de zomer. Behalve voor eigen gebruik kon het aardewerk verkocht of geruild worden voor bijvoorbeeld kledingstukken of voedsel (1982, p. 30). Het in Kabylië gebruikte procedé is vrijwel identiek aan dat in andere Berbergebieden, zoals de Rif in Noord-Marokko. Het verschil tussen aardewerk uit het Rifgebied en Kabylië is echter dat in laatstgenoemde regio het aardewerk geverfd wordt voor het bakken in de oven en er veelvuldig gebruik gemaakt wordt van donkerrood als kleur. <BR> <BR>

Beschilderde aardewerken kruik

Deze kruik dient om water koel te houden en uit te schenken. De bewoners van een huis hebben over het algemeen een gemeenschappelijke kruik waaruit water of melk wordt geschonken in kopjes of kommetjes. <BR> <BR> De aangebrachte motieven zijn kenmerkend voor Berberaardewerk, nl. geometrische patronen gevormd uit driehoeken, vierkanten, ronde vormen, banden en lijnen. Deze geometrische patronen hebben vaak een magisch-religieuze betekenis. <BR> <BR> Het voorwerp komt vermoedelijk uit de plaats Maatkas. Dit is een van de bekendste plaatsen in Kabylië (Algerije) waar aardewerk met de hand wordt vervaardigd.<BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Deze kruik is door vrouwen met de hand gemaakt. Het procedé is als volgt: witte, rode of okerkleurige klei of hergebruikte aardewerken scherven wordt fijngestampt en met water tot een massa gekneed. Het modelleren wordt gedaan op een platte ronde steen of houten plaatje als ondergrond waarop de bodem van het voorwerpen wordt gevormd. Met rollen klei worden laagjes van het voorwerp opgebouwd. Bij het vormen gebruikt men als steun een houten kam of een scheplepel. Als het voorwerp gevormd, worden de tuitjes en oortjes aangebracht. Vervolgens wordt het voorwerp met de hand of met een houten lepel of stuk leer gepolijst. Daarna wordt het in de lucht gedroogd en ook in de buitenlucht oven gebakken. Voor dat de decoratie wordt aangebracht, wordt het oppervlakte van het voorwerp met een steen gladder gemaakt (opgewreven), daarna begint het verven. Eerst wordt de bodem met behulp van een lapje leer, stukje stof of stukje wol geverfd. Na droging gebruikt men een zelfgemaakt kwastje van dierenhaar om het aardewerk met diverse motieven te beschilderen. Tenslotte bakt men het voorwerp opnieuw in de oven zodat de kleurstof blijft zitten. Het hele werkproces vindt buitenshuis plaats.<BR> <BR> In Maatkas wordt aardewerk door vrouwen vervaardigd voor eigen huishoudelijk gebruik. Klei wordt wel gezien als de bron van het leven en men ziet een analogie met de vrouw die baart en het leven schenkt. Door haar vruchtbaarheid ontstaat een symbiose tussen de vrouw en de aarde (Fayole, 1995, pp. 22-24). De productie van dergelijk aardewerk was tot midden 20ste eeuw een algemene bezigheid in Kabylië. De traditie in de regio was dat aardewerken voorwerpen eenmaal per jaar werden gemaakt, aan het einde van de lente / begin van de zomer. Behalve voor eigen gebruik kon het aardewerk verkocht of geruild worden voor bijvoorbeeld kledingstukken of voedsel (1982, p. 30). Het in Kabylië gebruikte procedé is vrijwel identiek aan dat in andere Berbergebieden, zoals de Rif in Noord-Marokko. Het verschil tussen aardewerk uit het Rifgebied en Kabylië is echter dat in laatstgenoemde regio het aardewerk geverfd wordt voor het bakken in de oven en er veelvuldig gebruik gemaakt wordt van donkerrood als kleur. <BR> <BR>