De voornaamste werktuigen die in de Melanesische tuinbouw gehanteerd worden zijn de bijl, dissel en graafstok. Het grootste deel van de bodem wordt onbewerkt gelaten; met de graafstok wordt een gat in de grond geprikt om te poten of te zaaien. In de verschillende delen van Melanesië is tuinbouw één van de belangrijkste vormen van voedselvoorziening en de gebruikte methoden en technieken zijn vrijwel overal hetzelfde. Bomen worden op een gedeelte bosgrond gekapt en afgebrand waarvan de resterende as werkt als bemesting. Daarnaast is magie een belangrijk element, bijna elke fase van poten tot oogst wordt met toverkunst begeleid. Na twee jaar is de grond uitgeput en wordt een nieuwe lap grond vrijgemaakt voor bebouwing.