Sieraad

Snoeren van paarse, blauwe en witte kralen. Het snoer kan gesloten worden met twee knoopjes en twee lusjes.<BR> <BR> Bij de Nguni volkeren werden veel kralen in de kleding en sieraden verwerkt. Kleine kinderen droegen een snoer met kralen om hun middel waarvan ook de groei van het kind kon worden afgelezen. Jonge meisjes droegen een kralen schaamschortje en jongens een kralen gordel. Gedurende de pubertijd nam het aantal gedragen kralen ornamenten toe. Het maken van kralenwerk is een taak voor de vrouwen en vooral tienermeisjes. Zij maakten kralenwerk voor zichzelf en voor hun vriendjes. Na de initiatie en voor het huwelijk droegen meisjes een schaamschort of korte rok en kralenwerk waaronder hoofdbanden met lange franjes, oorsieraden, armbanden, nekbanden, halskettingen en gordels voor om de heupen en om de billen. Na haar huwelijk droeg een vrouw aanzienlijk minder kralenwerk. Getrouwde mannen en vrouwen droegen de grote schouderkraag. Mannen droegen veel kralenwerk tijdens hofmakerij, huwelijken en dansen. Hun kralenwerk werd door hun vriendinnen en echtgenotes gemaakt. Tegenwoordig is het grootste probleem bij kralenwerk het gebrek aan juiste beschrijvingen en documentatie van de voorwerpen. Zelden noteerden de verzamelaars informatie over de plaats van verwerving, wijze van vervaardiging en de specifieke functie en betekenis van de objecten. Vaak zijn deze alleen te achterhalen door museale collecties met elkaar te vergelijken of oude foto’s te bestuderen. <BR>

Sieraad

Snoeren van paarse, blauwe en witte kralen. Het snoer kan gesloten worden met twee knoopjes en twee lusjes.<BR> <BR> Bij de Nguni volkeren werden veel kralen in de kleding en sieraden verwerkt. Kleine kinderen droegen een snoer met kralen om hun middel waarvan ook de groei van het kind kon worden afgelezen. Jonge meisjes droegen een kralen schaamschortje en jongens een kralen gordel. Gedurende de pubertijd nam het aantal gedragen kralen ornamenten toe. Het maken van kralenwerk is een taak voor de vrouwen en vooral tienermeisjes. Zij maakten kralenwerk voor zichzelf en voor hun vriendjes. Na de initiatie en voor het huwelijk droegen meisjes een schaamschort of korte rok en kralenwerk waaronder hoofdbanden met lange franjes, oorsieraden, armbanden, nekbanden, halskettingen en gordels voor om de heupen en om de billen. Na haar huwelijk droeg een vrouw aanzienlijk minder kralenwerk. Getrouwde mannen en vrouwen droegen de grote schouderkraag. Mannen droegen veel kralenwerk tijdens hofmakerij, huwelijken en dansen. Hun kralenwerk werd door hun vriendinnen en echtgenotes gemaakt. Tegenwoordig is het grootste probleem bij kralenwerk het gebrek aan juiste beschrijvingen en documentatie van de voorwerpen. Zelden noteerden de verzamelaars informatie over de plaats van verwerving, wijze van vervaardiging en de specifieke functie en betekenis van de objecten. Vaak zijn deze alleen te achterhalen door museale collecties met elkaar te vergelijken of oude foto’s te bestuderen. <BR>