Heupdoek

Deze doek is vermoedelijk een heupdoek gemaakt van boombast. Tot aan het begin van de twintigste eeuw werd een sarong van boombast voor verschillende doeleinden gebruikt. Volgens Kaudern (1944: 190) is de algemene naam voor sarong 'kumu'. Een sarong werd onder andere gebruikt als laken om in te slapen. Een sarong werd ook gebruikt als draagdoek. Adriani en Kruyt (1901: 146) noemen deze doeken 'pauba'. De derde toepassing van de sarong was de sarong als rok, gedragen op feestelijke gelegenheden en in het dagelijks leven. Deze sarong heet 'topi' en werd uitsluitend door vrouwen gedragen. Wanneer deze sarong werd gedragen door vrouwen op feestelijke gelegenheden heet het kledingstuk 'saludende'. De 'saludende' werd niet gedragen als rok, maar als sjerp over de schouder. De 'pauba' werd het meest gebruikt door mannen. Over het algemeen droegen vrouwen zaken als sirih-pinang in een mand. Kinderen werden door vrouwen wel in een draagsarong gedragen. Het is erg moeilijk om na te gaan om wat voor een soort sarong het hier gaat.<BR> Vrouwen en priesters waren verantwoordelijk voor het bewerken van de boombast en het versieren van de doeken. De lap werd aan de uiteinden aan elkaar geklopt, zodat er een koker ontstond. De versieringen werden gemaakt door de doek te beschilderen, daarnaast werden er ook motieven aangebracht met behulp van stempels.<BR> Door onder andere de introductie van geweven doeken raakte boombastkleding in onbruik. Versierde boombastkleding werd in het begin van de twintigste eeuw nog wel gedragen tijdens ceremoniën.

Heupdoek

Deze doek is vermoedelijk een heupdoek gemaakt van boombast. Tot aan het begin van de twintigste eeuw werd een sarong van boombast voor verschillende doeleinden gebruikt. Volgens Kaudern (1944: 190) is de algemene naam voor sarong 'kumu'. Een sarong werd onder andere gebruikt als laken om in te slapen. Een sarong werd ook gebruikt als draagdoek. Adriani en Kruyt (1901: 146) noemen deze doeken 'pauba'. De derde toepassing van de sarong was de sarong als rok, gedragen op feestelijke gelegenheden en in het dagelijks leven. Deze sarong heet 'topi' en werd uitsluitend door vrouwen gedragen. Wanneer deze sarong werd gedragen door vrouwen op feestelijke gelegenheden heet het kledingstuk 'saludende'. De 'saludende' werd niet gedragen als rok, maar als sjerp over de schouder. De 'pauba' werd het meest gebruikt door mannen. Over het algemeen droegen vrouwen zaken als sirih-pinang in een mand. Kinderen werden door vrouwen wel in een draagsarong gedragen. Het is erg moeilijk om na te gaan om wat voor een soort sarong het hier gaat.<BR> Vrouwen en priesters waren verantwoordelijk voor het bewerken van de boombast en het versieren van de doeken. De lap werd aan de uiteinden aan elkaar geklopt, zodat er een koker ontstond. De versieringen werden gemaakt door de doek te beschilderen, daarnaast werden er ook motieven aangebracht met behulp van stempels.<BR> Door onder andere de introductie van geweven doeken raakte boombastkleding in onbruik. Versierde boombastkleding werd in het begin van de twintigste eeuw nog wel gedragen tijdens ceremoniën.