Voorouderbeeld

Voorouderbeelden (lokale naam: kawe) hebben een staande houding, waarbij de armen langs het lichaam naar beneden hangen, of een hurkende houding, waarbij benen en armen gebogen zijn en de handen de kin raken. Meer dan een afbeelding, zijn zij een materialisatie van de overledene. Zij worden bij verschillende feesten gebruikt om in contact te komen met het rijk der voorouders en dit contact nieuw leven in te blazen. <BR> Een van de feesten waarbij voorouderfiguren worden gebruikt is de inauguratie van een nieuw mannenhuis (lokale naam: jeu ai of jeu pokmbu ). Hierbij worden de meer recent overledenen, die als voorouderbeelden aanwezig zijn, herdacht. Familieleden nemen afscheid van hun overledenen die dan op reis worden gestuurd naar het rijk der voorouders (degenen die al langer geleden zijn overleden). De beelden werden bevestigd aan de wanden of aan de palen van de jeu, op de vloer gelegd, of – als ze eindigden in een punt - voor de jeu in de grond gestoken.<BR> <BR> BESCHRIJVING<BR> Op verschillende Asmat snijwerk objecten (bisjpalen, voorstevens, zielenprauwen) worden voorouders afgebeeld. Een groep objecten, de voorouderbeelden stellen een voorouder voor, vaak een specifieke voorouder. Hiertoe behoort dit beeld. Voorouderbeelden worden door houtsnijders gemaakt in opdracht van de familie van de overledenen. Vrijwel alle voorouderbeelden hebben een staande houding, waarbij de armen langs het lichaam naar beneden hangen, of een hurkende houding, waarbij benen en armen gebogen zijn en de handen de kin raken (van der Zee, 2009:31). Meer dan een afbeelding, zijn zij een materialisatie van de overledene. Zij worden bij verschillende feesten gebruikt om in contact te komen met het rijk der voorouderen en dit contact nieuw leven in te blazen. De beelden worden deels (of tijdelijk) in het mannenhuis bewaard, of na het feest in het sagowoud gelegd om weg te rotten (Smidt, 1993:pp15, pp118, van der Zee, 2009:31). Ieder Asmat dorp heeft een of meerdere mannen gemeenschapshuizen. Het mannenhuis is de plek waar mannen de dorpspolitiek bespreken, plannen maken voor en besluiten nemen over allerlei dorpsaangelegenheden. Het is ook de plek bij uitstek waar men het contact met de voorouderen onderhoudt. Vanwege het tropische klimaat moet een mannenhuis om de drie tot vijf jaar opnieuw worden gebouwd. Een van de feesten waarbij voorouderfiguren worden gebruikt is de inauguratie van een nieuw mannenhuis. Hierbij worden de meer recent overledenen, die als voorouderbeelden aanwezig zijn, herdacht. Familieleden nemen afscheid van hun overledenen die dan op reis worden gestuurd naar het rijk der voorouderen (degenen die al langer geleden zijn overleden). Oorspronkelijk waren de beelden gerelateerd aan de praktijk van het koppensnellen (zie Smidt, 1993:18 voor uitleg hierover). Tijdens het feest wordt ook een deel van de mythe van Fumeripitsj opgevoerd (van der Zee, 2009:31). Fumeripitsj is de heldhaftige Asmat voorouder die het eerste mannenhuis bouwde en daarin houten beelden plaatste. Deze beelden werden levende mensen toen hij op zijn trommel begon te spelen. Tijdens het feest wordt dit gedeelte van de mythe uitgebeeld door dansers die eerst in de levenloze hurkende houding zitten en door de ritmes van de trommels langzaam tot leven komen en opstaan. De hurkende beelden hebben meestal duidelijk ingekerfde vierhoek- en ruit- motieven. Deze heten ‘kiki’, wat ‘botten’ betekend. De beelden in staande houding hebben minder duidelijk uitgewerkte golflijnen op alle lichaamsdelen. Deze heten ‘jürfepin’, litteken tatoeage (van der Zee, 2009:31).

Voorouderbeeld

Voorouderbeelden (lokale naam: kawe) hebben een staande houding, waarbij de armen langs het lichaam naar beneden hangen, of een hurkende houding, waarbij benen en armen gebogen zijn en de handen de kin raken. Meer dan een afbeelding, zijn zij een materialisatie van de overledene. Zij worden bij verschillende feesten gebruikt om in contact te komen met het rijk der voorouders en dit contact nieuw leven in te blazen. <BR> Een van de feesten waarbij voorouderfiguren worden gebruikt is de inauguratie van een nieuw mannenhuis (lokale naam: jeu ai of jeu pokmbu ). Hierbij worden de meer recent overledenen, die als voorouderbeelden aanwezig zijn, herdacht. Familieleden nemen afscheid van hun overledenen die dan op reis worden gestuurd naar het rijk der voorouders (degenen die al langer geleden zijn overleden). De beelden werden bevestigd aan de wanden of aan de palen van de jeu, op de vloer gelegd, of – als ze eindigden in een punt - voor de jeu in de grond gestoken.<BR> <BR> BESCHRIJVING<BR> Op verschillende Asmat snijwerk objecten (bisjpalen, voorstevens, zielenprauwen) worden voorouders afgebeeld. Een groep objecten, de voorouderbeelden stellen een voorouder voor, vaak een specifieke voorouder. Hiertoe behoort dit beeld. Voorouderbeelden worden door houtsnijders gemaakt in opdracht van de familie van de overledenen. Vrijwel alle voorouderbeelden hebben een staande houding, waarbij de armen langs het lichaam naar beneden hangen, of een hurkende houding, waarbij benen en armen gebogen zijn en de handen de kin raken (van der Zee, 2009:31). Meer dan een afbeelding, zijn zij een materialisatie van de overledene. Zij worden bij verschillende feesten gebruikt om in contact te komen met het rijk der voorouderen en dit contact nieuw leven in te blazen. De beelden worden deels (of tijdelijk) in het mannenhuis bewaard, of na het feest in het sagowoud gelegd om weg te rotten (Smidt, 1993:pp15, pp118, van der Zee, 2009:31). Ieder Asmat dorp heeft een of meerdere mannen gemeenschapshuizen. Het mannenhuis is de plek waar mannen de dorpspolitiek bespreken, plannen maken voor en besluiten nemen over allerlei dorpsaangelegenheden. Het is ook de plek bij uitstek waar men het contact met de voorouderen onderhoudt. Vanwege het tropische klimaat moet een mannenhuis om de drie tot vijf jaar opnieuw worden gebouwd. Een van de feesten waarbij voorouderfiguren worden gebruikt is de inauguratie van een nieuw mannenhuis. Hierbij worden de meer recent overledenen, die als voorouderbeelden aanwezig zijn, herdacht. Familieleden nemen afscheid van hun overledenen die dan op reis worden gestuurd naar het rijk der voorouderen (degenen die al langer geleden zijn overleden). Oorspronkelijk waren de beelden gerelateerd aan de praktijk van het koppensnellen (zie Smidt, 1993:18 voor uitleg hierover). Tijdens het feest wordt ook een deel van de mythe van Fumeripitsj opgevoerd (van der Zee, 2009:31). Fumeripitsj is de heldhaftige Asmat voorouder die het eerste mannenhuis bouwde en daarin houten beelden plaatste. Deze beelden werden levende mensen toen hij op zijn trommel begon te spelen. Tijdens het feest wordt dit gedeelte van de mythe uitgebeeld door dansers die eerst in de levenloze hurkende houding zitten en door de ritmes van de trommels langzaam tot leven komen en opstaan. De hurkende beelden hebben meestal duidelijk ingekerfde vierhoek- en ruit- motieven. Deze heten ‘kiki’, wat ‘botten’ betekend. De beelden in staande houding hebben minder duidelijk uitgewerkte golflijnen op alle lichaamsdelen. Deze heten ‘jürfepin’, litteken tatoeage (van der Zee, 2009:31).