Muziekinstrument

De term sanza is een variant van de inlandse benaming nsansi die de Nyungwe en de Manganja uit Mozambique gebruikten om hun lamellofoon aan te duiden. Het was D. Livingstone die in zijn Narrative of an Expedition to the Zambezi and its Tributaries (1865) de benaming nsansi omvormde tot sansa. Aangezien een dergelijk instrument ongekend was in de westerse muziekcultuur werden in geschreven bronnen vanaf de zeventiende eeuw allerlei nieuwe benamingen gebruikt, zoals de term 'duimpiano', die in de teksten van kolonialen, missionarissen en Afrikareizigers voorkomen. Deze laatste term is uiteraard niet zo gelukkig gekozen aangezien de vergelijking met een piano zeker niet opgaat. Wellicht hebben de naamgevers zich laten leiden door de ijzeren of rieten lamellen die met de duimen worden aangetokkeld, naar analogie met pianotoetsen die met de vingers worden bespeeld. De bouw van dit instrument is gebaseerd op drie basiselementen: de klankkast, de lamellen en de brug waarop de lamellen zijn bevestigd. De klankkast van de lamellofoon in Congo varieert van een eenvoudige rechthoekig houten bakje, een kalebas tot een grote holle ovale houten klankkast. Als klankkast wordt een grote bolvormige kalebas gebruikt die, door de grootte van de holle ruimte, een volle klank voortbrengt. Om het instrument te bespelen houdt de muzikant het plankje in de handen en bespeelt de toetsen met beide duimen. Door de aanwezigheid van de kalebas, die meestal niet werd verzameld, is dit instrument compleet. Het instrument leent zich uitstekend voor het begeleiden van liederen die de lamellofoonspeler zelf uitvoert. De rol en de functie van het instrument is het dagelijks leven is er een van zuiver ontspannende aard.

Muziekinstrument

De term sanza is een variant van de inlandse benaming nsansi die de Nyungwe en de Manganja uit Mozambique gebruikten om hun lamellofoon aan te duiden. Het was D. Livingstone die in zijn Narrative of an Expedition to the Zambezi and its Tributaries (1865) de benaming nsansi omvormde tot sansa. Aangezien een dergelijk instrument ongekend was in de westerse muziekcultuur werden in geschreven bronnen vanaf de zeventiende eeuw allerlei nieuwe benamingen gebruikt, zoals de term 'duimpiano', die in de teksten van kolonialen, missionarissen en Afrikareizigers voorkomen. Deze laatste term is uiteraard niet zo gelukkig gekozen aangezien de vergelijking met een piano zeker niet opgaat. Wellicht hebben de naamgevers zich laten leiden door de ijzeren of rieten lamellen die met de duimen worden aangetokkeld, naar analogie met pianotoetsen die met de vingers worden bespeeld. De bouw van dit instrument is gebaseerd op drie basiselementen: de klankkast, de lamellen en de brug waarop de lamellen zijn bevestigd. De klankkast van de lamellofoon in Congo varieert van een eenvoudige rechthoekig houten bakje, een kalebas tot een grote holle ovale houten klankkast. Als klankkast wordt een grote bolvormige kalebas gebruikt die, door de grootte van de holle ruimte, een volle klank voortbrengt. Om het instrument te bespelen houdt de muzikant het plankje in de handen en bespeelt de toetsen met beide duimen. Door de aanwezigheid van de kalebas, die meestal niet werd verzameld, is dit instrument compleet. Het instrument leent zich uitstekend voor het begeleiden van liederen die de lamellofoonspeler zelf uitvoert. De rol en de functie van het instrument is het dagelijks leven is er een van zuiver ontspannende aard.