Bisj

De klassieke Asmat voorouderpaal (bisj-paal) bestaat uit enkele op elkaar staande beelden met bovenaan een opengewerkte ‘vlag’ en is uit één stuk licht hout gemaakt. De paal is wit gekleurd met kalk uitgezonderd de ingesneden gedeelten die rood zijn. De beelden zijn de afbeeldingen van overledenen, vroeger de slachtoffers van een overval door koppensnellers, die gewroken moeten worden en wier geesten daarna voorgoed verhuizen naar het land der doden. De palen worden gemaakt voor een feest, de 'bisj mbu'. Dit feest is een belofte om de doden te wreken die in de paal zijn uitgesneden. <BR> <BR> Beschrijving<BR> <BR> Deze 'bisj' is samen met RMV3242-2 gemaakt voor een dodenceremonie die plaats vond in het dorp Amborep rond 1954. Hij bestaat van boven naar beneden uit een mannelijke figuur met een uitgesneden penis boven een opengewerkte versiering. Daaronder nog een mannelijke figuur en een kleine vrouwelijke figuur, tegenover de mannelijke figuur zittend en tenslotte een derde mannelijke figuur.<BR> Op de punt van de 'tsjemen', de uitstekende versiering, is de kop van een jaarvogel uitgesneden. De rest van de motieven op de 'tsjemen' zijn S-vormig. Een ongewoon detail van deze 'bisj' is dat aan de basis van de 'tsjemen' een reliëf van ongeveer twintig centimeter breed is uitgesneden, in plaats van een opengewerkt stuk (Smidt 1993).<BR> <BR> Gemaakt uit een boomstam. Van beneden naar boven bestaande uit een kegelvormige punt van 83 cm. lengte, dienend om het voorwerp in de grond te steken; een rechtopstaande mannenfiguur (lengte: 92 cm.) ; een zittende mensenfiguur met de rug gekeerd naar het hoofd van de bovengenoemde figuur ( lengte in de richting van de paal : 35 cm.) ; een rechtopstaande mannenfiguur ( lengte: 151 cm.) ; tussen de benen van de bovenste figuur een naar voren gericht, vleugelachtig uitsteeksel ( lengte: 165 cm.). De staande mannenfiguren zijn uitgevoerd in de typische stijl van de mensenbeelden van het Asmat gebied: hoofd met krachtige kin, doorboorde neus en vrij schematische aanduiding van ogen en oren; armen en benen enigszins gebogen; handen rustend op de heupen; ingesneden curvilineaire versieringen aan de buitenkant van de ledematen. Versieringen van hetzelfde karakter ook op de zijkanten van de eigenlijke paal.<BR> Het vleugelachtige uitsteeksel is à jour bewerkt met grote, forse, krulvormige figuren, het loopt uit in een vogelsnavel. Het gehele voorwerp is wit met uitzondering van gedeelten van de gezichtspartij, handen en voeten der mensenfiguren, de ingesneden curvilineaire patronen en delen van het vleugelachtige uitsteeksel.<BR> De uitgebeelde mensenfiguren zijn mensen, die door vijanden zijn gesneld en opgegeten.<BR> Deze palen spelen een rol bij het sagolarvenfeest. Tijdens het eigenlijke ritueel staan ze op een stellage voor het vrijgezellenhuis. Ze zijn dan verticaal opgesteld. Na 2 dagen worden de palen in het sagobos gelegd. Voorwerp ter plaatse verzameld door J.J. Spijker, Resident van Zuid Nieuw Guinea.,tijdens tournee door het Asmat gebied (waarschijnlijk in begin 1954).

Bisj

De klassieke Asmat voorouderpaal (bisj-paal) bestaat uit enkele op elkaar staande beelden met bovenaan een opengewerkte ‘vlag’ en is uit één stuk licht hout gemaakt. De paal is wit gekleurd met kalk uitgezonderd de ingesneden gedeelten die rood zijn. De beelden zijn de afbeeldingen van overledenen, vroeger de slachtoffers van een overval door koppensnellers, die gewroken moeten worden en wier geesten daarna voorgoed verhuizen naar het land der doden. De palen worden gemaakt voor een feest, de 'bisj mbu'. Dit feest is een belofte om de doden te wreken die in de paal zijn uitgesneden. <BR> <BR> Beschrijving<BR> <BR> Deze 'bisj' is samen met RMV3242-2 gemaakt voor een dodenceremonie die plaats vond in het dorp Amborep rond 1954. Hij bestaat van boven naar beneden uit een mannelijke figuur met een uitgesneden penis boven een opengewerkte versiering. Daaronder nog een mannelijke figuur en een kleine vrouwelijke figuur, tegenover de mannelijke figuur zittend en tenslotte een derde mannelijke figuur.<BR> Op de punt van de 'tsjemen', de uitstekende versiering, is de kop van een jaarvogel uitgesneden. De rest van de motieven op de 'tsjemen' zijn S-vormig. Een ongewoon detail van deze 'bisj' is dat aan de basis van de 'tsjemen' een reliëf van ongeveer twintig centimeter breed is uitgesneden, in plaats van een opengewerkt stuk (Smidt 1993).<BR> <BR> Gemaakt uit een boomstam. Van beneden naar boven bestaande uit een kegelvormige punt van 83 cm. lengte, dienend om het voorwerp in de grond te steken; een rechtopstaande mannenfiguur (lengte: 92 cm.) ; een zittende mensenfiguur met de rug gekeerd naar het hoofd van de bovengenoemde figuur ( lengte in de richting van de paal : 35 cm.) ; een rechtopstaande mannenfiguur ( lengte: 151 cm.) ; tussen de benen van de bovenste figuur een naar voren gericht, vleugelachtig uitsteeksel ( lengte: 165 cm.). De staande mannenfiguren zijn uitgevoerd in de typische stijl van de mensenbeelden van het Asmat gebied: hoofd met krachtige kin, doorboorde neus en vrij schematische aanduiding van ogen en oren; armen en benen enigszins gebogen; handen rustend op de heupen; ingesneden curvilineaire versieringen aan de buitenkant van de ledematen. Versieringen van hetzelfde karakter ook op de zijkanten van de eigenlijke paal.<BR> Het vleugelachtige uitsteeksel is à jour bewerkt met grote, forse, krulvormige figuren, het loopt uit in een vogelsnavel. Het gehele voorwerp is wit met uitzondering van gedeelten van de gezichtspartij, handen en voeten der mensenfiguren, de ingesneden curvilineaire patronen en delen van het vleugelachtige uitsteeksel.<BR> De uitgebeelde mensenfiguren zijn mensen, die door vijanden zijn gesneld en opgegeten.<BR> Deze palen spelen een rol bij het sagolarvenfeest. Tijdens het eigenlijke ritueel staan ze op een stellage voor het vrijgezellenhuis. Ze zijn dan verticaal opgesteld. Na 2 dagen worden de palen in het sagobos gelegd. Voorwerp ter plaatse verzameld door J.J. Spijker, Resident van Zuid Nieuw Guinea.,tijdens tournee door het Asmat gebied (waarschijnlijk in begin 1954).