Wrak van een prauw, een boomstamkano, die aan beide zijden puntig toeloopt. De eigenlijke bootholte wordt aan de beide uiteinden begrensd door twee apart en los aangezette sluitstukken, die naar boven toe puntig toelopen, maar afgebroken zijn. Langs de boorden zijn gaten aangebracht (voor de uitleggerstangen). In het midden is een soort van bankje, dat aan één kant in een stok uitloopt, die gestoken is door een gat in het zijboord. De bodem van de boot is zwaar beschadigd. De boot is aangespoeld aan de kust van het eilandje Podena (Noordkust Nieuw Guinea), volgens informanten in de oostmoesson.<BR> <BR> Werd gevonden door de heer Martens, een Nederlandse Kolonist. Door hem gegeven aan de heer C. van der Leeden.<BR> <BR> Oud nummer: 657 (op metalen plaatje).<BR> <BR> Speciaal ten behoeve van de Zuidzee tentoonstellin g 1959 werd deze boot aan de hand van in het Museum aanwezige modellen en de gege- vens uit de literatuur door de technisch assistent Ruitenbeek geres- taureerd. Nieuw bijgemaakt werden: drie uitleggerstangen en één dwarsstangetje (van boord tot boord), een uitlegger, vier verbindingen van de uitlegger met de uitleggerstangen en twee rechtopstaande, puntige opzetten aan de uiteinden van de boot.